6 december

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 6

Je tafel

• Chromebook (dicht)
• Boek begrijpend lezen (dicht)
• Schrift begrijpend lezen (dicht)
• Pen
• Andere spullen in je la of tas 

Begrijpend lezen

Doel:

Ik kan de betekenis van het woord vinden 

door terug te lezen, of door de context.

Wat ga je doen?

1. Lees  de eerste tekst en maak de vragen
2. Lees de volgende tekst en maak de vragen,.......
3. Klaar: kies een onderwerp en maak een mindmap op A4. Denk aan het filmpje; stam, takken, zijtakken, kleurtjes
4. Weet je een vraag echt niet, sla je de vraag over (je werkt zelfstandig)
5. We gaan met de hele klas de antwoorden bespreken

Zacharias

Reukoffer

• Altaar met een gouden laag
• Staat in het Heilige van de tempel 
• Verbranden van kruiden en wierook
• Geur gaat omhoog 
• Daarna gebed "omhoog"

Geschiedenis

Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom rijkdom ook een nadeel had in de vroege middeleeuwen 

Dorestad

Dorestad

op de grens

van Friezen

en Franken

Belangrijke woorden

• Koopmannen
• Handel
• Talen
• Luxe

Wat handelden de koopmannen?

Kijk op bladzijde 31 stukje 3

Wat handelden de koopmannen (meer antwoorden zijn goed)

1. Barnsteen
2. Glas
3. Goud
4. Tapijten

Naar welke steden gingen koopmannen ook(meer antwoorden zijn goed)

1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Deventer
4. Rotterdam

Nijverheid

Je maakt (mooie) dingen van materialen.

Goud-> sieraden

IJzer-> wapens

Barnsteen->sieraden

Smid

Een smid smeedt dingen van bijvoorbeeld goud of ijzer.

Hij doet dit in zijn werkplaats.

Het beroep smid bestaat nog steeds

Welke beroepen horen bij nijverheid (meer antwoorden goed)?

1. Schoenmaker
2. Schipper
3. Boer
4. Smid

Plunderen

Plunderaars pakken met geweld is 

van een ander af.

Hoe luxer, hoe meer kans op plunderingen. 

Rovers uit het Noorden

Noormannen-Vikingen

Hoe kwamen de Noormannen in de Dorestad?

Wat deden de Noormannen in Dorestad (meer antwoorden goed)?

1. Spullen roven
2. Handelen
3. Spullen verstoppen
4. Huizen in brand steken

Samen lezen

Blz 32 stukje 6

Blz 33 stukje 8

Doel gehaald?
Waarom was rijkdom ook een nadeel in de middeleeuwen?