Het liberalisme is voornamelijk gebaseerd op vrijheid en is daarom een progressieve politieke stroming.
A
waar
B
niet waar
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Het liberalisme is voornamelijk gebaseerd op vrijheid en is daarom een progressieve politieke stroming.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Een politicus die streeft naar een samenleving waarin mannen zorgen voor het inkomen en vrouwen voor de kinderen en het huishouden kan ingedeeld worden bij:
Een politicus die streeft naar een samenleving waarin mannen zorgen voor het inkomen en vrouwen voor de kinderen en het huishouden kan ingedeeld worden bij:
A
Links conservatieve stroming
B
Links progressieve stroming
C
Rechts conservatieve stroming
D
Rechts progressieve stroming
Slide 2 - Quiz
Sommige politieke partijen zijn vooruitstrevend, andere conservatief. Partijen die vasthouden aan regels en gewoonten uit het verleden noem je ook wel:
A
Ouderwets
B
Progressief
C
Conservatief
Slide 3 - Quiz
Wat betekent conservatief in de politiek?
A
oppassend
B
behoudend
C
makkelijk
D
ouderwets
Slide 4 - Quiz
Wanneer worden politieke partijen conservatief genoemd?
A
Als ze de samenleving proberen te vernieuwen.
B
Als ze de samenleving zo min mogelijk willen veranderen.
C
Als ze zich bijna niet willen bemoeien met de samenleving.
Slide 5 - Quiz
"Je moet de zwakkeren beschermen." Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts
Slide 6 - Quiz
politiek links midden of rechts? actieve overheid
A
links
B
midden
C
rechts
Slide 7 - Quiz
In welk rijtje staan deze politieke partijen van links naar rechts?
A
SP, PvdA, ChristenUnie, CDA.
B
PvdA, SGP, D66, PVV.
C
SP, PVV, PvdD, CDA.
D
PvdA, GroenLinks, CDA, VVD.
Slide 8 - Quiz
Deze politieke partij heeft linkse en rechtse ideeën
A
GroenLinks
B
Christen Unie
C
PVV
D
VVD
Slide 9 - Quiz
Wat is een verschil tussen linkse en rechtse politiek?
A
Linkse partijen willen dat de welvaart gelijker verdeeld wordt. Rechtse partijen willen meer individuele verantwoordelijkheid
B
Rechtse partijen willen dat de welvaart gelijker verdeel wordt. Linkse partijen willen meer verantwoordelijkheid voor de individu
C
Linkse partijen zijn tegen de democratische rechtsstaat. Rechtse partijen stemmen hier juist voor!
D
Rechtse partijen en linkse partijen kennen geen verschillen en hebben vergelijkbare ideeën over politiek