vwo 3 - woordenschat 1.5 en 2.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Beeldspraak & Stijlfiguren

Het verschil:

• Stijlfiguren zijn een soort 'taaltrucjes' die een schrijver toepast om zijn stuk levendiger te maken. 
• Bij beeldspraak is er sprake van figuurlijk taalgebruik waarbij de vergelijking een belangrijke rol speelt.

woordenschat, beeldspraak en stijlfiguren

De komende tijd gaan jullie aan de slag met woordenschat, beeldspraak en stijlfiguren.

Wat heb je nodig?

• laptop met oortjes
• een schrift voor aantekeningen en opdrachten

Lessen

les 1: woordenschat hoofdstuk 1

les 2: woordenschat hoofdstuk 1

les 3: woordenschat hoofdstuk 2

les 4: woordenschat hoofdstuk 2

 

Les 1 en 2: woorden 1.5

Les 1

Lezen

Maak opdracht 2 en 3, blz. 49, hoofdstuk 1, par. 1.5

Maak zinnen met de woorden waar jij - en +- hebt genoteerd (minimaal 5). (15 min.)

Vervolgens: bespreek in twee- of drietallen de - en +-. Hebben jullie dezelfde woorden of juist niet? Hoe komt dat? 

Bespreek met elkaar de zinnen. Kloppen ze inhoudelijk? (10 min.)

Klassikaal: bespreken zinnen waar jullie over twijfelen.

Huiswerk: m. opdracht 4 t/m 7, blz. 50, 51

Les 2

* Bespreek met elkaar de zinnen van de vorige les. Kloppen ze inhoudelijk? (10 min.)

* Kijk opdracht 4 t/m 7 zelfstandig na in deze LessonUp: slide 7

* Schrijf een tekst waarin minimaal 10 woorden uit de woordenlijst voorkomen over een actueel onderwerp. Let erop dat de betekenis van de woorden blijkt uit de zinnen. (20 min.)

* Wissel de tekst uit met je buurman/-vrouw. Markeer de zinnen waarvan jij denkt dat het woord niet juist gebruikt is. (10 min.)

* Klassikaal bespreken van de zinnen.

Les 2

Lezen

Kijk opdracht 4 t/m 7 zelfstandig na in deze LessonUp: slide 7

Schrijf een tekst waarin minimaal 10 woorden uit de woordenlijst voorkomen over een actueel onderwerp. Let erop dat de betekenis van de woorden blijkt uit de zinnen. (20 min.)

Wissel de tekst uit met je buurman/-vrouw. Markeer de zinnen waarvan jij denkt dat het woord niet juist gebruikt is. (10 min.)

Deze zinnen bespreken we klassikaal

Les 3 en 4: woorden 2.5

Dinsdag 19 maart

Lezen

Ga naar blz. 134: we gaan een fragment over het Marengo-proces bekijken. 

1. Kruis aan in de lijst welke woorden je hoort tijdens het fragment

2. Noteer onder de lijst zoveel mogelijk woorden die worden genoemd en ook in de lijst passen. Noteer de betekenis erachter.

Na het fragment: woorden bespreken.

nos.nl

Donderdag 21 maart

Lezen

Bespreken beeldspraak in songteksten

Bespreken opdracht 3 en 4 in tweetallen. Vragen? 

Opdracht artikel misdaad

Bespreken opdracht artikel

Opdracht

Zoek een artikel over een misdaad (waarbij de verdachte al is veroordeeld)

Maak een schema zoals op blz. 135/ een tijdlijn tot aan de veroordeling en gebruik daarbij zoveel mogelijk woorden uit de woordenlijst.

Klaar? Lever in via ELO. Volgende les bekijken we er een aantal.