Geldrekenen, budgetteren

Ik weet wat een budget is 
Ik kan budgetteren
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ik weet wat een budget is 
Ik kan budgetteren

Slide 1 - Diapositive

Na deze les weet je:
  • Wat een budget is
  • Hoe je een budget kunt bijhouden
  • Wat er kan gebeuren als je dat NIET doet

Slide 2 - Diapositive

Budget, waar denk je aan?

Slide 3 - Carte mentale

Budget, wat is dat?

Budget is het geld dat je hebt.

Wanneer je over je budget heen gaat geef je geld uit dat je eigenlijk niet hebt. Dan sta je rood of neem je een lening en beide kost geld dat je later weer moet terug betalen.


Beter is het om te budgetteren

Slide 4 - Diapositive

geld verdienen 
Er komt geld binnen. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Budgetteren, wat is dat?
Budgetteren is vooraf bedenken wat je aan geld binnen krijgt (inkomsten) en waar je het geld aan moet uitgeven (uitgaven). Je vaste lasten dien je altijd eerst te betalen, dan kun je kijken hoeveel je nog zou willen sparen en dat wat er over blijft kun je gebruiken om iets leuks mee te doen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Rood staan/lening
Wanneer jij je niet goed aan je budget hebt gehouden dan kun je bij sommige banken/rekeningen rood staan. Dat betekend dat je geld hebt uitgegeven dat NIET van jouw was. Je leent dit als het ware van de bank en voor dat lenen betaal je geld. Ook kun je een groter bedrag van de bank lenen om een grote aankoop te doen, ook voor dit lenen betaal je geld.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat bedoelen ze met deze reclame?
"Geld lenen kost geld"

Slide 12 - Question ouverte

Casus

Maak een passend budget voor de volgende casus:

Kim is bijna jarig, ze wordt dan 16 jaar oud en wil graag een sweet 16 feest houden. Ze krijgt van haar ouders € 200 om het feest mee te organiseren. Maak een overzicht van haar uitgaven. Er komen 20 personen op haar feest.

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 14 - Carte mentale

Ben je tevreden over hoe je geleerd hebt deze les? Geef je gedrag en je inzet een cijfer tussen 1-10!

Slide 15 - Question ouverte