zinsleer 2A
1 / 17
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe vind je de pv?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is de pv in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 3 - Question ouverte
Hoe vind je het ond?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het ond in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 5 - Question ouverte
Wat duidt je aan bij het WWG en welke uitzonderingen zijn er?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het WWG in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 7 - Question ouverte
Wat duidt je aan bij het NWG?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het WWG in deze zin:
Ik ben gisteren veel beter geworden in dat spel.
Ik ben gisteren veel beter geworden in dat spel.
Slide 9 - Question ouverte
Hoe vind je het LV?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het LV in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 11 - Question ouverte
Hoe vind je het MV?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het MV in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 13 - Question ouverte
Welke vragen stel je voor een bepaling?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is een bepaling in deze zin:
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Ik vertelde hem gisteren een mooi verhaal.
Slide 15 - Question ouverte
Welke vragen stel je voor een VZV?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is een VZV in deze zin:
Ik dacht gisteren aan een mooi verhaal.
Ik dacht gisteren aan een mooi verhaal.
