Chap 5, 1HV, Phrases-clés C
1 / 16
La durée de la leçon est: 23 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Traduis en français: Heb je een leuk weekend gehad?
Slide 2 - Question ouverte
Traduis en français: Ja, ik heb mijn verjaardag gevierd.
Slide 3 - Question ouverte
Traduis en français: Ja, wij hebben een film gekeken.
Slide 4 - Question ouverte
Traduis en français: Met wie?
Slide 5 - Question ouverte
Traduis en français: Met mijn familie en Simon.
Slide 6 - Question ouverte
Traduis en français: Wie is dat, Simon?
Slide 7 - Question ouverte
Traduis en français: Het is mijn vriend.
Slide 8 - Question ouverte
Traduis en français: Was het leuk?
Slide 9 - Question ouverte
Traduis en français: Ja, het was super.
Slide 10 - Question ouverte
Traduis en français: wanneer ben je jarig?
Slide 11 - Question ouverte
Traduis en français: Op 3 januari.
Slide 12 - Question ouverte
le chien
le chat
le lapin
quand
le foot
arriver
vaak
timide
drôle
calme
méchant
verdrietig
wanneer
de hond
rustig
grappig
triste
gemeen
de kat
het konijn
het voetbal
souvent
aankomen
verlegen
Slide 13 - Question de remorquage
les lunettes
les cheveux
les yeux
dragen
célèbre
incroyable
meilleur
rouge
duur, lieve
roux
je vois
alors
porter
de bril
rossig
cher/ chère
dus
ik zie
het haar
de ogen
beroemd
beter
ongelooflijk
rood
Slide 14 - Question de remorquage
januari
februari
augustus
juni
september
novembre
oktober
december
mei
juli
maart
april
juin
janvier
juillet
mai
avril
mars
février
aout
septembre
octobre
november
décembre
Slide 15 - Question de remorquage
les parents
pourquoi
qui
la cousine
bien sûr
l'anniversaire
chanter
trop bien
où
demander
quoi
le cousin
de nicht
de ouders
vragen
waar
de neef
wat
waarom
wie
natuurlijk
zingen
de verjaardag
te gek
