3.5 Lastige regelmatige werkwoorden

Werkwoordspelling

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Je herhaalt
De regels van werkwoordspelling.

Slide 2 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Question ouverte

Kun je bij een persoonsvorm t.t. een -dd- of -tt- krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?
VORM
WANNEER?
VB
ik-vorm
ik ervoor, ik erachter. jij/je
ik loop, loop ik, loop jij
ik-vorm + t
hij ervoor, hij erachter, andere enkelvoudsvormen
hij loopt, loopt hij, jij loopt, men loopt
hele ww
meervoudsvormen
wij lopen, zij lopen
Gebiedende wijs
bevel
Loop nu naar school!

Slide 5 - Diapositive

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?
  • Kijk of het werkwoord een persoonsvorm is

  • Zoek het onderwerp

  • Gebruik de juiste regel
    (ik-vorm bij ik-vorm, ik-vorm+t bij hij-vorm, etc.)

Slide 6 - Diapositive

Oefenen

Slide 7 - Diapositive

De docent ... (herhalen) werkwoordspelling regelmatig.

Slide 8 - Question ouverte

... (Vinden) je moeder die bloemen mooi?

Slide 9 - Question ouverte

Morgen ... (worden) jij om 9.00 uur verwacht bij de orthodontist.

Slide 10 - Question ouverte

... (Vertrouwen) jij Eva jouw nieuwe iPhone toe?

Slide 11 - Question ouverte

Mijn broertje ... (beheersen) de werkwoordspelling nog niet zo goed.

Slide 12 - Question ouverte

Annemieke ... (verbazen) haar moeder regelmatig.

Slide 13 - Question ouverte

... (Worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

Slide 14 - Question ouverte

Isa ... (snijden) de kaas in blokjes.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?

Slide 16 - Question ouverte

Welk werkwoord is een sterk werkwoord?
A
Lachen
B
Lopen
C
Bereiden
D
Beantwoorden

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Leg uit waarom het woord 'geloofde' een uitgang op -de heeft.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de stam van het werkwoord 'beloven'?
A
beloof
B
beloov
C
belov
D
beloven

Slide 20 - Quiz

De stam is hetzelfde als de ik-vorm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Schrijf het werkwoord op: Wij plan__en vorig jaar een paar jonge bomen.

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord op: Wij vermoe__en gisteren al dat het niet door zou gaan.

Slide 23 - Question ouverte

Toen ik de tijd niet in de gaten hield, mis__e ik het begin van de race.

Slide 24 - Question ouverte

Wat vind je nog lastig m.b.t. de pv in de verleden tijd?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 26 - Question ouverte

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Hij belde zijn moeder.
B
Wij plantten vorig jaar nieuwe bomen.
C
Hij heeft gebruld van woede.
D
Hij lachte wel, maar vond het niet leuk.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Ik snap dit
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Welk cijfer geef jij jouw werkwoordspelling?
-210

Slide 30 - Sondage

Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk voor volgende les
Maak 3.5B

Slide 32 - Diapositive