Spell n gram 15

Spell en gram 15 en 16
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spell en gram 15 en 16

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10 minuten lezen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel:
Je leert voltooid deelwoorden het het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord juist spellen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de onderstaande zinnen
Ik heb brood gegeten.
Piet heeft de pop gemaakt.
Saskia heeft de fiets gemaakt.
Jan is naar Enschede gegaan.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet ik al?
Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je vertelt iets in de verleden tijd. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt
Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven
Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd

Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld

Een voltooid deelwoord eindigt op: 
Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ZWAKKE WERKWOORDEN

STAP 1

schrijf het wordt ge - op

STAP 2

zet de ik vorm van het werkwoord erachter - ge bloos

STAP 3 

Zit de z van blozen in het 't ex kofschip? Nee, zet er dan een d achter.

ge bloos d


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord van: verdienen.
gebruik het stappenplan

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord van: leiden
gebruik het stappenplan

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

bereiken
A
bereikt
B
bereikd

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het volooid deelwoord van:

antwoorden
A
geantwoord
B
geantwoort

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

vertellen
A
vertelt
B
verteld
C
gevertelt
D
geverteld

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


ZWAK:
-Zit de laatste letter van de
stam in ’t kofschip?

   ja? : Het voltooid deelwoord eindigt op t.
  nee?: Het voltooid deelwoord eindigt op d.

STERK:
-Je schrijft het woord volgens
de gewone spellingregels




Is  het een sterk of zwak werkwoord?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen 
Je weet wat een voltooid deelwoord is.

Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Je weet dat je een voltooid deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord kunt gebruiken.


 
Je kunt het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed spellen.





Weten 

Slide 19 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

De hond werd UITGELATEN.
A
voltooid deelwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
geen van beiden

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Welke is juist gespeld?
A
De verlote prijs
B
De verlootte prijs

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de ... (braden) kip

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de ... (werpen) bal

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions