Beroepsethiek Hoofdstuk 5

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5 Beroepsethiek

lesplanning 

Hoofdstuk 5 : beroepsethiek blz. 100 t/m 103

Ophalen voorkennis.

Uitleg.

Stellingen bespreken

Aan de slag!

Afsluiten les (gezamenlijk).

Les doelen 

• Aan het eind van deze les:

1.  Weet je wat beroepsethiek is.
2. Kun je minimaal een gedragsregel op het werk benoemen

Paragraaf 1 

inleiding

In dit hoofdstuk gaat het over wat hoort wel of niet bij je werk. 

Over waarden en normen in je beroep 

Beroepsethiek 

Gedragsregels 

stellingen: 

Eerlijkheid en Openheid: Mensen moeten altijd eerlijk zijn en duidelijk vertellen wat ze doen. Ze mogen niet liegen. 

Zorg en Verantwoordelijkheid: Mensen moeten weten wat ze doen en geen fouten maken die anderen kunnen schaden.

Huiswerk

MAKEN OPDRACHT; 

1 T/M 4 (blz. 100 t/m 103)

en maak de test (opdracht4) alleen en besprek het samen met een andere leerling 

lesplanning 

Hoofdstuk 5 : paragraaf 2: waarden en normen in je beroep 

 blz. 104 en 105

Ophalen voorkennis.

Uitleg.

Stellingen bespreken

Aan de slag!

Afsluiten les (gezamenlijk).

Les doelen 

• Aan het eind van deze les:

1.  Weet je wat waarden en normen zijn.
2. Kun je minimaal een waarde noemen en een norm eraan koppelen. 

Paragraaf 2

waarden en normen in je beroep 

• Waarden: standpunten over wat echt belangrijk is in het leven. 
• Waarden maken duidelijk welke doelen je uiteindelijk voor ogen hebt.
  

waarden

• Waarden kun je ontdekken door te zoeken naar redenen waarom iemand wel of niets iets doet.  
• Waarden druk je uit door 1 woord 

Normen

Normen: de verwachtingen over het gedrag van mensen 

• Normen hangen direct samen met de waarden die je nastreeft. 

• Soms worden de verwachtingen over het gedrag van mensen vastgelegd in gedragsregels  

Een norm wordt ook gebruikt als maatstaf om het gedrag te beoordelen.  

Paragraaf 3 Beroepsethiek

-Goede beroepsethiek

-Slechte beroepsethiek

 

Ethiek: nadenken over waarden en normen. 

Beroepsethiek: nadenken over de waarden en normen bij de uitoefening van een bepaald beroep. 

Bij beroepsethiek denken we na over wat wel en niet hoort op het werk. 

Les doelen 

• Aan het eind van deze les:

1. Kun je een voorbeeld van een goede en slechte beroepsethiek noemen
2. Kun je bij ieder voorbeeld een reden noemen

stellingen: 

• Eerlijk zijn is belangrijk in elk beroep. 
• Samenwerken en aardig zijn helpt bij elk beroep. 

PARAGRAAF 4 GEDRAGSREGELS

Regels hoe je je moet gedragen die op papier staan.

Elke organisatie heeft regels; scholen, bedrijven

Gedragscode

Gedragscode: regels over hoe je moet gedragen die op papier staan:

Beroepscode

Bedrijfscode

Branchecode 

Bedrijfscode: 

regels voor het bedrijf die duidelijk maken hoe de werknemers zich moeten gedragen tegenover  collega’s, de klanten en de samenleving.  

  

Doel:    

• een bepaalde eenheid te krijgen in een bedrijf   
• duidelijkheid geven aan werknemers wat er van hen verwacht wordt.  
• Het imago van een bedrijf goed te houden en te verbeteren. 

Beroepscode

Gedragsregels voor een bepaald  beroep. 

Bijvoorbeeld; politie, makelaars, docenten, dokters.

Branche

Branchecode: 

regels van een branche

Branche is de verzameling van alle bedrijven die actief zijn in een bepaalde categorie producten of diensten.  

horeca-, kleding-, autobranche

 

MAKEN OPDRACHTEN

lees blz. 106 en 107

kies een favoriete en vertel ook waarom?

 en opdracht 9 T/M 12 ( blz. 108 en 109) 

voor opdracht 13 en 14 ga je naar; 

www. damon.nl/standpunt. 

kies vmbo deel 3 hfd 5

par. 5 Ethiek in het werk

5.1 stappenplan

* stap 1; de praktijksituatie vaststellen.

* stap 2; Wat is het ethisch probleem?

* stap 3; Wie zijn er betrokken bij het probleem.

* stap 4; Welke oplossing kies je en waarom?

OEFENEN MET DE CASUSSEN

maken opdracht 

23, 24, 26, 30

(blz. 114)

opdracht 15

A. wat is een bedrijfscode;

in een bedrijfscode staan de regels voor de werknemers van een bedrijf.

opdracht 16

 welke twee soorten bedrijfscodes;

a. algemeen

b. concreet 

opdracht 17 

Drie doelen;

1. bepaalde eenheid krijgen in een bedrijf

2. geven duidelijkheid aan de werknemers

3. imago van een bedrijf goed houden

opdracht 23,24,26 en 30

klassikaal behandelen

Par. 6 Gewetensbezwaren

https://www.youtube.com/watch?v=eNeCVUUpbog

Geweten: innerlijk besef van goed en kwaad. 

Gewetensbezwaren: je moet dingen doen waar je niet achter staat. 

HANDELINGSMODEL GEWETENSBEZWAREN 

 * bespreek het met iemand 

 * bepaald werk weigeren 

 * ontslag nemen

 * de pers waarschuwen 

 

Klokkenluider; iemand/werknemer die de samenleving waarschuwt voor misstanden in bedrijven. 

In al de vier bovengenoemde situaties is het niet verstandig omdat in je eentje te doen!

Doe zulke dingen samen met je collega's, eventueel overleggen met de vakbond of ondernemingsraad. 

paragraaf 7 leerpunten

Kijk de leerpunten goed door en werk ze uit, dan heb je een goed overzicht over wat je moet leren voor het PTA.

MAKEN OPDRACHTEN; 33, 34, 35, 37