Semana 21: repaso del capítulo 4 (sin la G)

Profe: Luna      viernes: 26/05/23
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Profe: Luna      viernes: 26/05/23

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo estás?
Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plan:
Repasar los temas del capítulo 4 

Bekijk de onderwerpen van hoofdstuk 4

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recuerda/ Denk aan

  1. Llegar a tiempo/ Kom op tijd.
  2. Venir preparado para la clase/ Kom voorbereid naar de les.
  3. Traer tus materiales escolares/ Breng je schoolspullen.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





  1. No usar el teléfono durante la clase.
  2. Solo usar el ordenador para trabajar en español.
  3. Si recibes tres llamados de atención, serás expulsado de la clase.
  4. Prestar atención y escuchar a la profesora.
  5. Ser amable, respetuoso y educado.




  1. Gebruik de telefoon niet tijdens de les.
  2. Gebruik de computer alleen om in het Spaans te werken.
  3. Als je drie waarschuwingen krijgt, word je uit de klas verwijderd.
  4. Let goed op en luister naar de leraar.
  5. Wees vriendelijk, respectvol en beleefd.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Tienes planes para el fin de semana?
Heb je plannen voor het weekend?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué tal? (yo) _____ mal?
Esta semana Bruce y Jasper ______ enfermos.
Hoy  ________ viernes.
Evi _______ sentada
Janneke y Sara _____ compañeras de clase.
estoy
están
es
está
somos

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chateo con mis padres.
Levi y Jesse hacen un viaje.
Lotte escucha música.
Arjen y Manual juegan.
Quinn habla mucho.
estoy chateando
están viajando
está escuchando
están jugando
está hablando

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slim, verlegen, rustig, knap, lang, de plek, het plein, ongelooflijk, de vogel,

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo se dice 'voy a hacer una excursión en Italia' en holandés?
A
Ik ga naar Italië om te studeren
B
Ik ga een reis maken naar Italië
C
Ik ga naar Italië voor een vakantie
D
Ik ga een excursie doen in Italië

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo se dice 'mi amiga es deportista' en holandés?
A
Mijn vriendin is een kunstenaar
B
Mijn vriendin is een schrijver
C
Mijn vriendin is sportief
D
Mijn vriendin is een docent

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo se dice 'voy con mi novio' en holandés?
A
Ik ga met mijn collega's
B
Ik ga met mijn vriend
C
Ik ga met een groep vrienden
D
Ik ga met mijn familie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo se dice 'estamos viajando por Venezuela' en holandés?
A
We plannen een reis naar Venezuela
B
We zijn in Venezuela
C
We reizen door Argentinië
D
We reizen door Venezuela

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden kun je gebruiken om te controleren of je SER of ESTAR moet gebruiken?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer maak je gebruik van ser of estar? 
De samenvatting is als volgt:
  • SER = zijn + een eigenschap (langdurig of voor altijd).
  • ESTAR = zijn + een toestand (tijdelijk, op een bepaald moment).

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om een handeling te beschrijven die bezig is wordt
Het Gerundium wordt amper gebruikt in het Nederlands. In het Spaans daarentegen komt het heel regelmatig voor. Een Gerundio wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling plaats vind op het moment dat je het zegt.
Gebruik
Door –ando of –iendo achter de stam van het werkwoord te plaatsen.
Bijvoorbeeld
Ik ben aan het wandelen/eten wordt vertaald als estoy caminANDO/ comIENDO

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Libro de ejercicios (ejemplo pág. 17):
  • Página 22
¡Y ahora: a practicar, practicar y… practicar un poco más!
En nu: oefenen, oefenen en... nog eens oefenen!
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Libro de ejercicios
Página 15: 12 repasa
Página 16: B
Página 16/17: 14 Subraya y completa (A, B, C)
Página 18: D
Página 20: C
Página 31: A, B, C
Página 32: D, A, B

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Ejercicios:
  • 1, 2, 4
¿Qué te pareció la lección?
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

¡Hasta la próxima clase!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions