PW3 - Les 3 Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

       Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond

Programm:

- Lernziele 

- Übersicht Periode 3

- Wiederholung Wortschatz

- Grammatik

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde ...

... kan ik werkwoorden met een 'a' in de stam vervoegen.

... kan ik werkwoorden met een 'e' in de stam vervoegen.

... kan ik deze werkwoorden gebruiken.

Profielkeuzeformulier

Overzicht periode 3

Kapitel 5 (Zukunft)

• Wortschatz N-D (Seite 88)
• Grammatik (Seite 90)
• Sprachmittel (91)

Kapitel 6 (In Aktion)

• Wortschatz N-D (Seite 128)
• Sprachmittel (Seite 131)

Praktische opdracht: Spreken

• Jullie gaan een video/vlog maken waarin je iets over jezelf in het Duits vertelt.
• Deadline: 13 juni @23:59 uur

Profielkeuzeformulier

Wiederholung Wortschatz

Wiederholung

Zwakke werkwoorden vervoegen

Profielkeuzeformulier

Persoonlijke voornaamwoorden: Welke ken je (nog)?

ik

jij

hij

zij

het

wij

jullie

zij

U

• ich
• du
• er
• sie
• es
• wir
• ihr
• sie
• Sie

Werkwoorden vervoegen...

Werkwoorden vervoegen... hoe ging het ook alweer? 

Stap 1: stam bepalen -> hele werkwoord -en

Stap 2: juiste uitgang achter de stam plakken

Ezelsbruggetje

Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:

(FE)    E - ST - T - EN - T - EN

 

Grammatik A

Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam

Profielkeuzeformulier

Machen: Aufgabe 19 + 20

Grammatik B

Sterke werkwoorden met een 'e' in de stam

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Grammatik B, Seite 69

e/i-Wechsel

De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een i of in ie.

* werkwoorden met een korte e (helfen) -> i

* werkwoorden met een lange e (sehen) -> ie

e/i-Wechsel

(2 uitzonderingen)

1. De sterke ww geben, nehmen en treten 

    hebben een lange klank, maar krijgen een i 

    ipv een ie.

   Nehmen - du nimmst

   Geben - du gibst

2. De sterke ww gehen en (ver)stehen 

     hebben geen e/i-Wechsel. 

    Gehen -  du gehst

   (ver)stehen - er (ver)steht

Profielkeuzeformulier

Machen: Aufgabe 23 + 24

create.kahoot.it

Hausaufgaben

Machen:

- Aufgabe 27 

Lernen:

- Lernliste N-D, Seite 88 (t/m 'gesehen')