3.1 Zintuigen en prikkels

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

15 min in stilte werken

Hoofdstuk 3

Waarnemen

Wat gaan we doen vandaag

• theorie §3.1 : zintuigen en prikkels

welke horizontale lijn is langer?

welke lijn is korter: de gele of de rode?

welke lijn is langer: de verticale of de horizontale?

Naar welke kant neigen de lijnen in de cirkel?

welk vierkant is groter?

Welke binnenste oranje cirkel is groter?

wat zie je?

Paragraaf 3.1

Zintuigen en Prikkels

Zintuigen

Welke zintuigen hebben wij? 

• Gehoorzintuig
  
• Lichtzintuig
  
• Reukzintuig
  
• smaakzintuig
  

• Warmtezintuig en koudezintuig
  
• tastzintuig
  
• pijnzintuig
  

Welke zintuigen heb je?

Waar reageer je op 

Waar reageer je op ?

Je reageerd op prikkels:

Veranderingen van binnen of van buitenaf 

zintuigen in de huid

• warmtezintuig
  
  prikkel: hogere temperaturen 
• koudezintuig
  
  prikkel: lagere temperaturen 
• tastzintuig
  
  prikkel: hoe voelt iets aan 
• pijnzintuig
  prikkel: pijn

Aan het werk

Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 93 en 94

Nieuwe plattegrond

Regels in de klas MH1C

1. Je neemt je werkboek mee naar de les
2. Je doet de laptop niet open zonder mijn toestemming
3. Je gaat niet staan of lopen zonder mijn toestemming
4. Tijdens de uitleg ben je stil en let je goed op
5. Je gebruikt de beschikbare tijd efficient
6. Je maakt het huiswerk af vóór de volgende les
7. Tijdens de les kun je niet naar het toilet

Wat gaan we doen vandaag

• par 3.1 : zintuigen en prikkels (deel 2)
• bespreken opdracht 1 t/m 6
• maken opdracht 7 t/m 15

Zintuigen

Welke zintuigen hebben wij? 

• Gehoorzintuig
  
• Lichtzintuig
  
• Reukzintuig
  
• smaakzintuig
  

• Warmte- en koudezintuig
  
• tastzintuig
  
• pijnzintuig
  

Zenuwstelstel

• 3 onderdelen: hersenen, ruggenmerg, zenuwen
• zenuwen zijn via je ruggenmerg verbonden met je hersenen
• ruggenmerg ligt beschermd in de wervelkolom
• bij beschadiging kun je een dwarslaesie krijgen

Van prikkel naar reactie 

1. Geurprikkel komt bij reukzintuig: wordt omgezet in impuls.
2. Impuls gaat via gevoelszenuwen naar hersenen.
3. Hersenen maken je bewust van de geur (banaan).
4. Hersenen sturen impulsen naar je spieren. Via bewegingszenuwen.
5. Lichamelijke reactie: je pakt de banaan op.

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?

• prikkels worden opgevangen door de zintuigen
• zintuig zetten prikkels om in berichten (impulsen)
• impuls gaat via zenuwen naar je hersenen
• hersenen versturen impulsen via de zenuwen naar de spieren

Hersenen

Hersenen 'selecteren' en verwerken
informatie. Reageren vooral op
'nieuwe' prikkels.

Hersencentrum = gebied voor 

bepaalde impulsen (bv. zien, horen,
ruiken, voelen, etc.)

Opdrachten maken

Maak opdracht 7 t/m 15 op blz. 127 t/m 131

(huiswerk woensdag 2e uur)