Zo weet je straks: wat de betalingsbalans van een land is, wat wederuitvoer is en waarom handel zo belangrijk is voor de economie.
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Vandaag...
...leren jullie iets over internationale handel.
Zo weet je straks: wat de betalingsbalans van een land is, wat wederuitvoer is en waarom handel zo belangrijk is voor de economie.
Slide 1 - Diapositive
Wat staat hier?
Slide 2 - Diapositive
Import
Export
invoer
uitvoer
Slide 3 - Diapositive
Import
Export
autos
medicijnen
grondstoffen
machines
brandstoffen
voeding
bloemen planten
machines
brandstoffen
Slide 4 - Diapositive
Import
Export
autos
medicijnen
grondstoffen
machines
brandstoffen
voeding
bloemen planten
machines
brandstoffen
Wederuitvoer
Slide 5 - Diapositive
Nederland distributieland
Slide 6 - Diapositive
Nederland heeft heel veel wederuitvoer , want Nederland heeft een gunstige liggingen goede infrastructuur, zoals één van de grootste luchthavens en dé grootste zeehaven van Europa.
Slide 7 - Diapositive
Waarom zou NL dit importeren?
Slide 8 - Diapositive
Invoerwaarde
€
Hoeveel we voor de import BETALEN, noem je de invoerwaarde
Slide 9 - Diapositive
Invoerwaarde
Uitvoerwaarde
€
€
Hoeveel we voor de import BETALEN, noem je de invoerwaarde
Hoeveel we aan de export VERDIENEN, noem je de uitvoerwaarde
Slide 10 - Diapositive
Betalingsbalans
uitvoerwaarde > invoerwaarde = handelsoverschot
Een land verdient meer aan de export dan dat de import kost
Slide 11 - Diapositive
Betalingsbalans
uitvoerwaarde > invoerwaarde = handelsoverschot
Een land verdient meer aan de export dan dat de import kost
uitvoerwaarde < invoerwaarde= handelstekort
Slide 12 - Diapositive
Aan het werk!
Maak voor jezelf opgaven 4-6 op pag. 220-221
Dit doe je voor jezelf, in stilte
Over 10 minuten bespreken we dit
Laptop in je tas houden aub
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Import en exportpercentage
Importpercentage =
Totale importwaarde ÷ het nationaal inkomen x 100%
Exportpercentage =
Totale exportwaarde ÷ het nationaal inkomen x 100%
Slide 16 - Diapositive
Nationaal inkomen
Alle inkomens van alle Nederlanders bij elkaar opgeteld
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Open economie
Een open economie heeft een groot import- en exportpercentage.
Slide 19 - Diapositive
Aan het werk!
Maak opgaven 8, 9 en 11 op pag. 222-223
Je werkt alleen of met z'n tweeën
Je mag dus naast iemand zitten, blijf daar wel zitten
Doe dit op een blaadje. Dit blaadje lever je in.
Klaar? Je mag iets voor jezelf doen
Dit mag ook op je laptop
Slim: aan het huiswerk werken
timer
15:00
Slide 20 - Diapositive
Internationale concurrentiepositie
We willen dat andere landen
onze producten kopen.
Slide 21 - Diapositive
Internationale concurrentiepositie
We willen dat andere landen
onze producten kopen.
GOEDE kwaliteit of GOEDE prijs zorgt voor een goede internationale concurrentiepositie.
Slide 22 - Diapositive
Internationale concurrentiepositie
We willen dat andere landen
onze producten kopen.
NL heeft goed onderwijs en goede infrastructuur. Waarom is dat gunstig?
Slide 23 - Diapositive
!
Slide 24 - Diapositive
Globalisering
Meer vrijhandel en multinationals
Slide 25 - Diapositive
Huiswerk!
Volgende week inleveren bij de deur, op een blaadje, met je naam erop
Niet gemaakt of niet af? De les niet in + hele paragraaf maken
Huiswerk: 8.2, opgave 2, 3, 4 en 5
Antwoorden zijn HELE zinnen, anders niet af...
Slide 26 - Diapositive
Wederuitvoer =
A
Een manier om te exporteren
B
Iets voor de tweede keer importeren
C
Iets opnieuw uitvoeren
D
Iets importeren en daarna exporteren
Slide 27 - Quiz
Heeft Nederland veel wederuitvoer, of juist weinig?
A
VEEL
B
WEINIG
Slide 28 - Quiz
Waarom?
A
Nederland is heel goedkoop
B
Door de gunstige ligging van Nederland
C
Door de goede infrastructuur
D
Nederland heeft veel export
Slide 29 - Quiz
Waar verdient een land vooral geld aan?
A
Export van wat in dat land gemaakt wordt
B
Import van wat een land zelf niet maakt
C
Wederuitvoer
D
Import van wat een land zelf ook maakt
Slide 30 - Quiz
Waar verdient een land vooral geld aan?
A
Export van wat in dat land gemaakt wordt
B
Import van wat een land zelf niet maakt
C
Wederuitvoer
D
Import van wat een land zelf ook maakt
Slide 31 - Quiz
De betalingsbalans is...
A
Hoeveel spullen we exporteren
B
De waarde van de export
C
Het verschil tussen het aantal import en export
D
Het verschil tussen de import- en exportwaarde
Slide 32 - Quiz
Als er meer import dan export is, spreken we over een...