Burgerschap - Thema Gezondheid les 1 en 2

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Goedemorgen 

Lesdoelen

* Aan het eind van deze les kan ik:

* Benoemen of ik genoeg sport.

*  Opschrijven wat ongezond eten is.

*  Opschrijven wat gezond eten is.

* Benoemen wat ik moet doen voor huiswerk.

Hoe voel je je vandaag?

Leefstijl

• De manier waarop je leeft.

• Hoeveel sport je?

• Hoeveel eet je en wat eet je?

De beweegnorm

• Hoeveel moet je per dag bewegen? > TIP!
• Elke dag een half uur bewegen is gezond.
• Voor mensen onder de 18 is een uur bewegen nodig.

Ik zit op een sport

Ja

Nee

Op welke manier beweeg/sport jij?

Hoe vaak per week sport jij?

1. 1 keer per week
2. 3 keer per week of vaker
3. niet
4. 5 keer per week of vaker

Is hoevaak jij sport/beweegt goed volgens de beweegrichtlijnen?

1. Ja
2. Nee

Welk van deze 4 dingen is gezond?

1. Sigaretten
2. Koffie
3. Alcohol
4. Fruit

Wat is slecht voor je gezondheid?

1. Bewegen
2. Slecht slapen
3. Te weinig bewegen
4. Stress

Gezond eten

• Gezond eten is eten dat goed voor jouw lichaam is, en waar niet veel (of goede) suiker in zit:

- Fruit
- Groente
- Water

Ongezond eten

• ongezond eten is eten dat goed niet goed voor jou is, soms zit het ook vol met suiker:

- Chips

- Chocola

- Frisdrank (Cola, Fanta, Sisi)

Etenstijden

Ontbijt: iets dat je in de ochtend eet (tussen 09:00 en 12:00).

Middageten: Iets dat je in de middag eet (tussen 12:00 en 15:00)

Avondeten: iets dat je in de avond eet (tussen 17:30 en 19:00)

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Is dit gezond of ongezond?

1. Gezond
2. Ongezond

Ongezond eten

Gezond eten

Welke van de 4 dingen is niet gezond?

1. Appel
2. Amandelen
3. Appeltaart
4. Melk

Wat wist je nog niet voor deze les en
wat weet je nu wel?