5. Kinderziektes

Belangrijke begrippen Kinderziektes:

* Medicatie

*Diagnose

* Symptomen

* Besmetting

* Ziektekiem

*Incubatietijd

*Immuniteit

Binnen is beginnen

1. Per 2 -tal 
2. Ieder schrijf voor zichzelf op.
3. Lees de theorie Kinderziektes
4. Zoek de betekenis op van de begrippen.
5. Na 20 min start de les.
6. Begrippen klassikaal bespreken.

To do

• Uitleg begrippen
• Uitleg kinderziektes
• Bespreken opdracht
• Aan de slag

Begrippen

* Medicatie

*Diagnose

* Symptomen

* Besmetting

* Ziektekiem

*Incubatietijd

*Immuniteit

Medicatie

Een geneesmiddel/ medicijn/medicament

 =een chemische stof.

Diagnose

Het vaststellen van een ziekte/aandoening

Symptomen

Kenmerk/klacht wat bij een bepaalde ziekte past.

Besmetting

Overdracht van een ziekte op een ander persoon

Ziektekiem

bacterie, virus, schimmel of ander micro-organisme waar je ziek van wordt 

Incubatietijd

De tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste klinische symptomen van de ziekte. 

Immuniteit

Weerstand tegen lichaamsvreemde stoffen (ziekteverwekkers, gifstoffen). Niet vatbaar zijn  voor een bepaalde infectieziekte door vaccinatie of een eerdere doorgemaakte besmetting.

Kinderziektes

• Waterpokken 
• Rodehond 
• Mazelen
• Kinkhoest
• Krentenbaard
• Roodvonk 
• Hersenvliesontsteking 
• Bof
• 5e ziekte /6e ziekte 

Kinderziekten

Virus: o.a. verkoudheid, mazelen, waterpokken

Bacteriële infectie: o.a. kinkhoest, roodvonk

Aan de slag 

Lees de theorie en maak de opdracht Kinderziektes: 

  Schematisch overzicht invullen met kinderziektes, afbeelding symptomen en beleid kinderdagverblijf.

Haal zoveel mogelijk informatie uit je theorie, vul aan met internet afbeeldingen. 

Laat je opdracht beoordelen en aftekenen door de docent. 

Werk tijdens het wachten verder aan openstaande opdrachten.

Exit vraag

• Bij de deur wordt jullie de vraag gesteld om 1 van de begrippen te beschrijven. 
• Kennen jullie ze allemaal? 
• Verlaat per 2- tal het lokaal als jullie de vraag GOED hebben beantwoord.