Lesje Spaans 3e klassen

BIENVENIDOS
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BIENVENIDOS

Slide 1 - Diapositive

La planificación de esta clase
Spaans op het JFC
Waarom is Spaans belangrijk/wat kun je ermee
Uitspraak
Werkwoorden
Spaanse tekst
Het boek
Reis naar Spanje in V6
Vragen

Slide 2 - Diapositive

Spaans op het JFC
vanaf 2014 vwo bb
vanaf 2020 havo bb

Spaans elementair.

Op het vwo is het altijd je derde taal.

Slide 3 - Diapositive

¿En cuántos países se habla español?

Slide 4 - Diapositive

¿En cuántos países se habla español?
Argentinië, Bolivia, Chili, Colombia, Costa Rica, Cuba, Dominicaanse Republiek, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Puerto Rico, Uruguay, Venezuela en Spanje.

Slide 5 - Diapositive

¿En cuántos países se habla español?

Spaans is de tweede meest gesproken taal ter wereld. 485 miljoen mensen in 21 landen hebben Spaans als moedertaal. Als je hier de mensen bij optelt die Spaans als tweede of als derde taal spreken, kom je uit op een totaal van 559 miljoen sprekers wereldwijd 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vamos a hablar
¿Cómo te llamas?


Me llamo ...........

Slide 10 - Diapositive

Vamos a hablar
¿Cuántos años tienes?

Tengo .......... años


trece, catorce, quince, dieciséis

Slide 11 - Diapositive

Vamos a hablar
¿Dónde vives?

Vivo en ..................

Slide 12 - Diapositive

Vamos a hablar
¿Tienes hermanos? 

Tengo un hermano y dos hermanas

un/una dos tres cuatro cinco seis 

Slide 13 - Diapositive

Vamos a conversar
¿Cómo te llamas? 
¿Cuántos años tienes?
¿Dónde vives?
¿Tienes hermanos?

Slide 14 - Diapositive

Los verbos
Hablar = spreken

(yo)                                        hablo              ik spreek
(tú)                                         hablas            jij spreekt
(él, ella, usted)                  habla              hij/zij/u spreekt
(nosotros/nosotras)      hablamos     wij spreken
(vosotros/vosotras)       habláis           jullie spreken
(ellos, ellas, ustedes)     hablan           zij spreken

Slide 15 - Diapositive

Los verbos

Slide 16 - Diapositive

el lógico del español
Mi amiga es una chica muy divertida y simpática
Mijn vriendin is een leuk en aardig meisje

Mi agimo es un chico muy divertido y simpático
Mijn vriend is een leuke en aardige jongen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

El libro
Vocabulario
Gramática
Comunicación
Destrezas
Cultura

Slide 21 - Diapositive

El viaje a España

Slide 22 - Diapositive

¿Hay preguntas? 

Slide 23 - Diapositive

Muchas gracias 

Slide 24 - Diapositive