Lezen H1

lezen
H1
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

lezen
H1

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik van de stof van vorige jaren.
- Lesdoel
- Uitleg artikel
- Samen oefenen
- Zelf oefenen
- Reflectie



Slide 2 - Diapositive

Toetsstof
Omcirkel het in je boek:
- Meer dan lezen §1 (herhaling leerjaar 1 en 2)
- Meer dan lezen §2 (inleiding en slot)
- Meer dan lezen §3 (argumenteren: argumentatiestructuren)
- Meer dan lezen §4 (argumenteren: tegenargument en                       weerlegging)

Slide 3 - Diapositive

Wat vind je lastig aan leesvaardigheid? Welke onderdelen?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Question ouverte

Welke leesstrategieën zijn er?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Welke vaste tekststructuren kennen we?

Slide 8 - Carte mentale

Uitleg theorie: het onderwerp
Leesstrategieën:
- Oriënterend lezen
- Globaal lezen
- Zoekend lezen
- Intensief lezen
Het onderwerp van de tekst vind je door oriënterend lezen toe te passen

Het onderwerp is nooit een hele zin, alleen een paar woorden
Bijvoorbeeld: Slaapproblemen onder jongeren
Het onderwerp van de tekst is: slaapproblemen onder jongeren.

Slide 9 - Diapositive

Uitleg theorie: de hoofdgedachte
- De hoofdgedachte is een samenvatting van de tekst in één zin
- Het is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd
- Een hoofdgedachte is dus altijd een zin

Welke leesstrategie zet je in om de hoofdgedachte te vinden?
Waar staat de hoofdgedachte meestal?

Slide 10 - Diapositive

Hoofdgedachte van een informatieve tekst

Bestaat altijd uit feitelijke informatie.
Hoofdgedachte van een betogende tekst

Bestaat altijd uit een mening met het belangrijkste argument.

Slide 11 - Diapositive

Uitleg theorie: opbouw van de tekst
Inleiding
- Eerste alinea’s: 1, 2 of 3
- Lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
(actualiteit, voorbeeld, anekdote, geschiedenis)
- Onderwerp wordt geïntroduceerd
Middenstuk
- Deelonderwerpen
- Kernzinnen
Slot (niet bij een tweedeling)
- Conclusie en/of samenvatting
- Hoofdgedachte
- Laatste alinea’s van de tekst

Slide 12 - Diapositive

Op welke plek in de alinea staat een kernzin meestal?

Slide 13 - Question ouverte

Uitleg theorie: kernzinnen
- Kernzin: de belangrijkste zin van de alinea (hoofdgedachte)
- De kernzin kan op verschillende plaatsen voorkomen:
- Meestal eerste zin
- Tweede zin (eerste zin kondigt deelonderwerp aan)
- Soms laatste zin
- Onderstreep de kernzin als je een tekst leest! Zo krijg je ook makkelijk een samenvatting van de tekst
- De rest van de alinea is dan een uitleg of voorbeelden

Slide 14 - Diapositive

Welke leesstrategie zet je in om het deelonderwerp vast te stellen?

Slide 15 - Question ouverte

Uitleg theorie: deelonderwerpen
- Deelonderwerpen belichten verschillende kanten van het onderwerp, ook wel aspecten genoemd
- Bijvoorbeeld: het onderwerp van de tekst is voetbal
- Een deelonderwerp van deze tekst zou kunnen zijn 'geschiedenis van voetbal' en 'het tenue'
- Deelonderwerpen zijn dus de verschillende kanten van het onderwerp die aan bod komen in een tekst
- Tip: schrijf in de kantlijn steekwoorden als je de tekst intensief leest, zo krijg je een makkelijk overzicht van deelonderwerpen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van deze les heb je een deel van de stof van voorgaande jaren herhaald.

Aan het einde van deze les weet je wat een artikel is, hoe je deze kunt herkennen en welke structuren je erin kunt herkennen.

Slide 19 - Diapositive

Artikel

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Is dit een artikel? Leg je antwoord uit!

Slide 22 - Question ouverte

Welke structuur heeft de tekst?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Lien

Is dit een artikel? Leg je antwoord uit!

Slide 25 - Question ouverte

Algemene tip
Blijf in de beantwoording van de vragen zo dicht mogelijk bij de tekst, oftewel schrijf zoveel mogelijk over uit de tekst -> dan is de kans groter dat je antwoord goed is

Slide 26 - Diapositive

Samen oefenen
Vraag 5 op bladzijde 27

Slide 27 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak vraag 2, 4, 5, 6, 7 en 8.

10 minuten in stilte.


timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Question ouverte