L3 Spelling van het werkwoord - Thuiswerkdag

Les 3: Spelling van het werkwoord
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les 3: Spelling van het werkwoord

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig?
  • Pen en papier
  • De bookwidget links op SS (staat bij de les van vandaag; vak >> planner)
  • De PDF links op SS (ook bij vak >> planner)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit het met jouw kennis van de DT regel?
1. Open de link op de volgende slide.
2. Geef je eigen naam in! >> Deze oefening staat namelijk op punten.

Slide 3 - Diapositive

kahoot link leerkrachten

https://create.kahoot.it/share/is-het-d-of-t/c81e6f04-eafd-412e-bdfd-bdfbf341bb9d

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je zelf problemen met het spellen van de werkwoorden? Waar heb je vaak moeite mee?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opfrisser! Schrijf deze kader op voor jezelf op een apart blad.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1) Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Hoe weet je of je -d of -dt moet schrijven?
  • Als de stam van een werkwoord eindigt op een -d (landen -> stam= land), vervang je het door een ander werkwoord waarin de stam geen -d staat (vliegen -> stam=vlieg).
>> Hoor je dan een t? Dan is het dt

b.v.: Het vliegtuig vliegt - Het vliegtuig landt

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de stam van het werkwoord?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vliegtuig ...
A
land
B
landt

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

... je het antwoord?
A
Raad
B
Raadt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit ... je nooit!
A
raad
B
raadt

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2) 0nvoltooid verleden tijd (OVT)

De persoonsvorm in de verleden tijd
belanden -  Hij ... op de gekste plekken!
haasten - Ik ... me naar de bus!

Hoe weet je of je -d of -t moet gebruiken?
  • Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat, moet je het aanpassen aan het onderwerp en -te/-de of -ten/-den toevoegen aan de stam.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... op de gekste plekken.
A
belande
B
belandde

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ... me naar de bus!
A
haaste
B
haastte

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Verleng het werkwoord
2) OVT
Pas deze regels toe als je het niet meer weet.
Schema op SS!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgelet!
Deze regels gelden enkel voor regelmatige werkwoorden. (= zwakke werkwoorden!)

Onregelmatige werkwoorden (= sterke werkwoorden) volgen niet de regels van de vaste vervoeging. Deze moet je vanbuiten leren.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3) Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) & voltooid verleden tijd (VVT)
De persoonsvorm als voltooid deelwoord
b.v.: belanden; 
Hij ... op de gekste plekken! Waar is hij nu weer ...

Voltooide deelwoorden beginnen met ge- of be- en eindigen op -d of -t. Nooit op -dt! 
  • Als het werkwoord een voltooid deelwoord is, moet je het niet aanpassen aan het onderwerp! Je schrijft dus wat je hoort
  • Als je twijfelt tussen -d en -t, verleng je het werkwoord door er een -e aan toe te voegen. Zo hoor je wat je moet schrijven.
b.v.: gedanste, bewerkte, gebouwde, ...

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ... je nooit!
A
geloofd
B
gelooft

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is hij nu weer ... ?
A
beland
B
belant

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het pakje is niet op tijd ... (arriveren)
A
gearriveerd
B
gearriveert

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een dag niet gelachen is een dag niet ... (leven)
A
geleefd
B
geleeft

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33
Enkelvoud
Meervoud
Enkelvoud
Meervoud
Schrijf ook dit schema over op je apart blad.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bookwidget
We oefenen het stappenplan voor werkwoordspelling via bookwidgets:
  • SS >> vakken >> Nederlands KLAS >> oefeningen >> Les 3: werkwoordspelling >>  De spelling van werkwoorden: stappenplan
  • Je mag je eigen nota's gebruiken bij het maken van deze bookwidget.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar met de Bookwidget?
Jouw werk voor de thuiswerkdag zit erop! Goed gedaan. 
De volgende slides zijn voor in de klas, je hoeft deze oefeningen dus niet meer te maken!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsoefening
Oef. 6 p. 29

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opfrisser! Schrijf deze kader op voor jezelf op een apart blad.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 6d p. 30
  • Vul de juiste vorm van het werkwoord in
  • Vul in tussen haakjes: Persoonsvorm in de OTT of Voltooid deelwoord (VD).
timer
5:00

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 7 p. 31
  • Vul in met d, t, dt, dd of tt
timer
5:00

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak oef. 8 p. 32
Kies uit: 
  • persoonsvorm, tegenwoordige tijd (ott)
  • persoonsvorm, verleden tijd (ovt)
  • voltooid deelwoord (vd)
timer
5:00

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pag. 33
Enkelvoud
Meervoud
Enkelvoud
Meervoud

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We oefenen voor de toets
We oefenen de spelling van het werkwoord voor de toets donderdag 2/10. Zo heb je thuis minder werk.

Maak de oefeningen op SS > Oefeningen > L3: Spelling van het werkwoord > Oefening 1, 2 & 3. Gebruik je schema op p. 33!

Slide 55 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions