170325 het weer/de klok

Het weer
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Het weer

Slide 1 - Diapositive

wat doen 
laptop diglin 
laptop werkwoorden oefenen.nl
laptop wordwall 
of 
werkblad naar keuze 

Slide 2 - Diapositive

belangrijke zinnen
het is mooi weer
 het is slecht weer
de zon schijnt.    

Slide 3 - Diapositive

Samen praten over het weer
René: Wat een weer, hè?
Olivier: Ja, blijft het de hele dag regenen?
René: Ik geloof het wel.
Olivier: En morgen?
René: Dan wordt het beter.
Olivier: Wat is het weerbericht?
René: De zon gaat schijnen en het wordt 23 graden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Het is slecht weer, hè?


                          


Het is slecht weer vandaag!
Het is rot weer vandaag!
Het is vies weer vandaag!
Het is geen lekker weer vandaag!



Jaa, het is rot weer!
BAH!

Slide 6 - Diapositive

Het weer 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

 Woorden met tweeklank + medeklinker: + en
De stoel    - Drie stoelen
De tuin      - Twee tuinen
De zoen    - Drie zoenen
De dijk       - De dijken
De kies      - De kiezen
De mouw - De mouwen
De pauw   - De pauwen



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Hoe laat is het? 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive


A
half 11
B
half 9
C
half 8
D
half 10

Slide 25 - Quiz


A
half 9
B
half 10
C
half 4
D
half 7

Slide 26 - Quiz


A
2 uur
B
5 uur
C
9 uur
D
3 uur

Slide 27 - Quiz


A
kwart voor 7
B
kwart voor 8
C
kwart over 9
D
kwart over 8

Slide 28 - Quiz


A
kwart over 12
B
kwart over 1
C
kwart voor 1
D
1 uur

Slide 29 - Quiz


A
kwart over 11
B
kwart voor 10
C
kwart over 10
D
kwart voor 11

Slide 30 - Quiz