hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5
De Republiek, een bijzonder land
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
De Republiek, een bijzonder land

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.1 Handel en nijverheid in de Republiek
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw de handel en de nijverheid in de Republiek tot grote bloei kwamen.
  • Je kunt uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden in de Republiek hun geld verdienden.
  • Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw veel mensen naar de steden in Holland en Zeeland trokken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw de handel en de nijverheid in de Republiek tot grote bloei kwamen.
Handel en nijverheid groeiden sterk -> snelle economische groei

Oorzaken

1) groeiende handel met het Oostzeegebied (graan en hout)
2) Verovering van Antwerpen door de Spanjaarden (1585). Antwerpen was een handelsstad. Protestantse kooplieden en ambachtslieden vluchtten naar Amsterdam -> Amsterdam is nu de belangrijkste handelsstad

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handel Oostzee en de moedernegotie



    De handel met landen rond de Oostzee werd moedernegotie genoemd.

    Vraag en aanbod:
    Nederlandse handelaren slaan goedkoop graan of andere goederen op (stapelmarkt) en verkopen het daarna weer door aan andere landen. 

    Slide 4 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Je kunt uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden in de Republiek hun geld verdienden.
    De Amsterdamse stapelmarkt
    • In de 17e eeuw was Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt in Europa
    • stapelmarkt= Het opslaan van handelswaar in pakhuizen aan grachten (verkocht wanneer de prijzen goed waren)
    • Kooplieden uit het Oostzeegebied kwamen naar Amsterdam (specerijen, bont, dure stoffen)

    Slide 5 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 6 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 7 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Je kunt uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden in de Republiek hun geld verdienden.
    • Een groeiende groep mensen werd rijk door bepaalde producten in te kopen (kooplieden)
    • Winst werd weer opnieuw geïnvesteerd in handelswaar -> Handelskapitalisme: mensen proberen zoveel mogelijk geld te verdienen met de handel
    • Meren werden drooggelegd met windmolens om meer grond te krijgen



    Slide 8 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Weektaak
    Weektaak
    huiswerk deze week:
    opdrachten van 5.1 


    einde van de les bespreken we opdrachten: 3 7 11

    Slide 9 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw veel mensen naar de steden in Holland en Zeeland trokken.
    Nieuwkomers in de 17e eeuw
    • Holland en Zeeland groeiden hard. 
    2 oorzaken: 
    1) Veel werk dus de lonen waren hoog 
    2) Vluchtelingen kwamen graag naar de Republiek vanwege de verdraagzaamheid
    Verdraagzaamheid = accepteren dat niet iedereen hetzelfde gelooft/denkt 

    migratie: verhuizen van het ene naar het andere land



    Slide 10 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Weektaak
    Weektaak
    huiswerk deze week:
    opdrachten van 5.1 


    einde van de les bespreken we opdrachten: 3 7 11

    Slide 11 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Handel in de Oost en in de West

    Slide 12 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Leerdoelen
    • Je kunt twee kenmerken noemen van de VOC en WIC en beschrijven hoe zij handel dreven.
    • Je kunt uitleggen waarom Europeanen op grote schaal in slaven handelden.
    • Je kunt beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.
    • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

    Slide 13 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 14 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 15 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grote handelsbedrijven
    1600:  veel vraag in Europa naar specerijen. Prijzen hierdoor hoog en veel winst.

    Portugal handelde in Azië, dat wilde NL ook wel

    Slide 16 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grote handelsbedrijven
    waarom samenwerken?
    • je kon de hoge kosten delen. 
    • bij verlies van schip, verloor je minder geld.

    De winst werd verdeeld.

    Slide 17 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grote handelsbedrijven
    • Er kwamen veel verschillende bedrijven die naar Azië gingen.
    • Hierdoor stegen de prijzen van de specerijen.
    • Daarom gingen 1602 deze bedrijven op in één bedrijf: de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

    Slide 18 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    1602: de verenigde oost Indische compagnie
    • Handelsbedrijf gericht op Azië 
    • Monopolie (alleenrecht) op de handel met Oost-Indie (Azie).
    • Er was dus geen concurrentie meer tussen de kooplieden.
    • Goedkoop specerijen inkopen.

    Slide 19 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grote handelsbedrijven
           De VOC en WIC hadden twee bijzondere kenmerken:
    1. wie  investeerde in een compagnie kreeg een deel van de winst. Nieuw in deze tijd!
    2. De VOC en WIC hadden speciale rechten, namelijk een monopolie, forten bouwen, oorlog voeren, verdragen sluiten met vorsten.

    Slide 20 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Grote handelsbedrijven
    • Omdat de Republiek door de VOC en WIC handelscontacten over de hele wereld had onstond er een wereldeconomie: economie waarin landen van over de hele wereld producten verkopen aan elkaar.

    Slide 21 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    paragraaf 2 les 2
    lessonup: herhalingsquiz
    uitleg laatste 2 deelvragen
    aan het werk: weektaak alle opdrachten van paragraaf 2. 
    moeten woensdag af zijn

    Slide 22 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Kies uit WIC of VOC.

    Handelde in rietsuiker en tabak
    A
    WIC
    B
    VOC

    Slide 23 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Kies uit WIC of VOC.

    Handelde met West-Afrika
    A
    WIC
    B
    VOC

    Slide 24 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wanneer werd de VOC opgericht?
    A
    1621
    B
    1602
    C
    1601
    D
    1618

    Slide 25 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Kies uit WIC of VOC.

    Handelde in slaven
    A
    WIC
    B
    VOC

    Slide 26 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De VOC mocht oorlog voeren.
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 27 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De VOC en de WIC hadden geen last van concurrentie uit de Republiek.
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 28 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Leerdoelen
    • Je kunt uitleggen waarom kooplieden gingen samenwerken in een compagnie en twee kenmerken noemen van de VOC en WIC.
    • Je kunt uitleggen waarom Europeanen op grote schaal in slaven handelden.
    • Je kunt beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.

    Slide 29 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Handel in mensen
    • Indianen stierven door ziekte of het zware werk.
    • Driehoekshandel --> handel tussen West-Afrika, Amerika en Europa. 
    • Slaven kregen niets betaald voor zeer zwaar werk
    • Afrikanen volgens Europeanen: minderwaardig

    Slide 30 - Diapositive

    https://schooltv.nl/video/voc-en-wic-handel-en-uitbuiting-onder-de-nederlandse-vlag/#q=trefwoord%3A%22VOC%22

    Slide 31 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Het leven van slaven
    • Slaaf werd je door schulden, oorlog of rooftochten
    • Slechte omstandigheden op schepen
    • Slavenmarkten in Amerika
    • Plantagehouders kopen slaven
    • Verzet en opstanden met geweld onderdrukt

    Slide 32 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    5.4 machtige koningen
    woord van de dag: absolutisme


    uitleg eerste 2 deelvragen
    aan het werk met de weektaak
    afsluiting

    Slide 33 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat je in deze les leert!
    1. Je kunt uitleggen dat sommige koningen in de 17e eeuw de absolute macht hadden.
    2. Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.
    3. Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.

    Slide 34 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Versailles

    Slide 35 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Absolute macht:
    Alle macht in handen van één persoon (koning).
     

    Absolutisme: 
    manier van besturen dat de koning alle macht heeft en alle beslissingen neemt.
    doordenk vraag: in het vorige hoofdstuk hadden we het over centralisatie, past dit bij absolutisme?

    Slide 36 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Centraal bestuur > vanaf 1 plek besturen met overal dezelfde wetten en belastingen
    doel van koningen.
    • willen niet meer rondreizen
    • overal dezelfde regels en wetten
    • meer macht koning
    • minder macht adel

    Slide 37 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 38 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zonnekoning
    Lodewijk XIV

    Waarom Zonnekoning?Waarom niet Jupiterkoning?

    • Zon staat centraal in het zonnestelsel


    Slide 39 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 40 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    koningen willen meer macht.
    1. Hij was door god gekozen om koning te zijn. Je twijfelt niet aan god. dus ook niet de koning. Dus hij kon alles bepalen en kritiek was verboden.

    2. macht adel beperken. 
    - ambtenaren
    - huurleger
    - adel moest bij hem op het paleis wonen. 

    Slide 41 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Frederik Willem I van Pruisen
    - Dienstplicht invoeren
    - Absolute macht
    Peter de Grote Keizer van Rusland
    - Economie verbeteren
    - Belastingen heffen -> ambtenaren en soldaten inhuren

    Slide 42 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zelfstandig werken
    Rustig verder werken:
    • Verder werken aan paragraaf 5,4


    volgende week: begrippen SO


    paragraaf 1,2 en 4

    Slide 43 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    wat gaan we doen?
    video 
    5,4 afronden

    Slide 44 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    absolute macht

    Slide 45 - Carte mentale

    Cet élément n'a pas d'instructions

    0

    Slide 46 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De uitzondering
    Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw

    Slide 47 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Republiek bijzonder land:
    1. Rijke burgers aan de macht, niet een koning.
    2. Geen centraal bestuur (zeven gewesten, eigen wetten en regels)
    3. Verdraagzaamheid, ander geloof of mening geen probleem.

    Slide 48 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    zelfstandig werken aan paragraaf 5.4

    Slide 49 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions