HOFF 6.1 Ontstaan en de verspreiding van de islam

6.1 Ontstaan en de verspreiding van de islam


KA10 Het ontstaan en de verspreiding van de islam
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 Ontstaan en de verspreiding van de islam


KA10 Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 6.1
6.1.1 Ik kan uitleggen hoe de islam is ontstaan.
  6.1.2 Ik kan uitleggen in hoofdlijnen hoe de leer van de islam is vormgegeven.
  6.1.3 Ik kan uitleggen hoe de islam zich heeft verspreid.
6.1.4 Ik kan uitleggen hoe de eerste contacten tussen de islamitische wereld en christelijk Europa
  verliepen.

Slide 2 - Diapositive

Veel goden of één god? 
  • Voor het ontstaan van de islam, in de zesde eeuw,
     geloofden de Arabieren nog in meerdere goden.
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een groot kubusvormig gebouw. Op deze plek aanbieden de Arabieren hun godenbeelden van steen en hout.
  • Mensen uit het heel het Midden-Oosten kwamen naar Mekka om de goden hier te vereren.

Slide 3 - Diapositive

Een visioen  
  • Wanneer we spreken/schrijven over de profeet (boodschapper van god): schrijf of zeg Vrede Zij Met Hem (afkorting: vzmh).
  • Begin 7e eeuw: Mohammed (vzmh) was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visioen, vertelde Djibril (engel) dat er maar één god is;
     Allah.
  • De machthebbers in Mekka moesten niets van Mohammed (vzmh) hebben
     en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit.

Slide 4 - Diapositive

Van Mekka naar Medina
622

  • Mohammed (vzmh) vluchtte met zijn volgers naar Yathrib (nu Medina)
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling: 622 AD (N.C) = 1 AH
  • De Islamitische kalender kent 354 dagen, minder dan de christelijke (365).

  • Mohammed (vzmh), profeet van Allah genoemd, kreeg veel aanhangers in   Medina. Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 5 - Diapositive

Terug naar Mekka
630

  • 630: met die grote groep moslims ging Mohammed (vzmh) terug naar Mekka, waar de lokale machthebbers de bezittingen van de volgers van Mohammed (vzmh) hadden geconfisqueerd (= het afpakken van spullen).
  • Er werd gevochten en Mohammed (vzmh) en de moslims wonnen.
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. Mohammed (vzmh) beval verder dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 6 - Diapositive

Video
Mohammed (vzmh) 
De laatste profeet 
(1:34:44) Nederlands gesproken

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verspreiding van de islam
Vanaf 632

  • Vanaf 632: na de dood van Mohammed (vzmh) (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen genaamd, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

  • De meeste mensen in deze gebieden worden daarop ook moslim.
  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 9 - Diapositive

Verspreiding islam (622-750)

Slide 10 - Diapositive

Slag bij Poitiers
732

  • Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
  • 732: Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken en
    versloeg de Arabieren bij de Slag bij Poitiers.
  • Dit voorkwam een verdere opmars van de islam in Europa.

Slide 11 - Diapositive

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)

  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 12 - Diapositive

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 13 - Diapositive

De vijf zuilen van de islam

Slide 14 - Diapositive

Video
SchoolTV: De vijf zuilen van de Islam

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Leren van elkaar
Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis: 
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 17 - Diapositive

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 18 - Question de remorquage


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 19 - Quiz


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 20 - Quiz


In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender ongeveer?
A
2640 AH
B
1403 AH
C
622 AH
D
1854 AH

Slide 21 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 22 - Quiz

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 23 - Question de remorquage

Geef antwoord bij het leerdoel:
6.1.1 Ik kan uitleggen hoe de islam is ontstaan.

Slide 24 - Question ouverte

6.1.2 Ik kan uitleggen in hoofdlijnen hoe de leer van de islam is vormgegeven.

Slide 25 - Question ouverte

6.1.3 Ik kan uitleggen hoe de islam zich heeft verspreid.

Slide 26 - Question ouverte

6.1.4 Ik kan uitleggen hoe de eerste contacten tussen de islamitische wereld en christelijk Europa
verliepen.

Slide 27 - Question ouverte