§4.1 Welvaart in de wereld

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf:
  • weet je hoe je de welvaart in een land kunt meten;
  • kun je de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar welvaart;
  • begrijp je het verband tussen de welvaart in een land en de verdeling van de beroepsbevolking.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf:
  • weet je hoe je de welvaart in een land kunt meten;
  • kun je de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar welvaart;
  • begrijp je het verband tussen de welvaart in een land en de verdeling van de beroepsbevolking.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan
bij het woord: 'ongelijkheid;'?

Slide 2 - Carte mentale

Vraag: laat de leerlingen het Woordweb invullen met de vraag: waar denk je aan bij economische ongelijkheid.
Antwoord: economische ongelijkheid is het verschil in inkomen en rijkdom tussen verschillende groepen mensen binnen eenzelfde land of tussen verschillende landen.
Vertel: de koloniale periode heeft bijgedragen aan de economische ongelijkheid. Bekijk de volgende video van de excuses tijdens de Nationale Herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli van Femke Halsema. In haar toespraak constateert zij de economische ongelijkheid.

Welvaart
  • Wat is welvaart?
De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.

  • Je meet welvaart door te kijken naar het bruto binnenlands product per hoofd (bbp per hoofd)
  • = Dit is al het geld dat in een jaar wordt verdiend in een land, gedeeld door het aantal inwoners.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Cordemansia
BBP = €624.850.600.000
Bevolking = 14.987.436 mensen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BBP per hoofd
BBP per hoofd = BBP / aantal inwoners
Dus €624.850.600.000 / 14.987.436€41.691,63
  • Dus het BBP per hoofd in Cordemansia is 41.691,63 euro
  • Heeft iedereen in Cordemansia ook echt zoveel geld elk jaar?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk land heeft het hoogste BBP/per hoofd?
A
Verenigde Staten
B
Mali
C
Indonesië
D
China

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§4.1 Welvaart in de wereld

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

- Herhaling vorige les (BBP/hoofd)
- Uitleg 4.1 (2/2)
- Huiswerk maken
- Kijken: Steenrijk Straatarm

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie soorten landen
  • Welke drie groepen zijn er als je kijkt naar de welvaart
  • Lage-inkomenslanden: Veel mensen hebben minder dan €1,70 per dag te besteden. Zij leven onder de: armoedegrens.  
    Deze landen worden ook wel de periferie genoemd.

  • Midden-inkomenslanden: Veel mensen ingeënt tegen ziekten, elektriciteit in huis en een telefoon. Niet genoeg goede ziekenhuizen, weinig mensen kunnen op vakantie, zoals: Marokko.
    Deze landen worden ook wel de semiperiferie genoemd

  • Hoge-inkomenslanden: Genoeg eten en schoon drinkwater, veel kunnen op vakantie, zoals Nederland.
    Deze landen worden ook wel de centrumlanden genoemd


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroepsbevolking
    "Alle mensen in een land die kunnen en mogen werken."

    Slide 12 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    In lage-inkomenslanden werken veel mensen in de: landbouw, bijv. fruitteler, koeienboer.

    Slide 13 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    In midden-inkomenslanden werken veel mensen in de: industrie, bijv. fabrieksarbeider, elektromonteur.

    Slide 14 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    In hoge-inkomenslanden werken veel mensen in de: dienstensector, bijv. docent, kapper, accountant, ect.

    Slide 15 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Aan de slag!
    Wat?  Opdrachten van 4.1: 4, 5 (a, b, c), 6
     (1 - 2 - 3: vorige les)
    Waar? blz. 147/151 in je WB
    Klaar? Vraag aan de docent wat je nu kan doen.

    Slide 16 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions