verbranding
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Welke twee stoffen worden bij het proces verbranding verbruikt?
A
koolstofdioxide en water
B
zuurstof en glucose
C
zuurstof en koolstofdioxide
D
water en glucose
Slide 2 - Quiz
Met welke indicator kun je koolstofdioxide aantonen?
Slide 3 - Question ouverte
Welke vormen van energie komt er vrij bij een verbrandingsproces bij organismen?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Waarom ga je sneller ademhalen wanneer je hardloop?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
De weg van de neusademhaling in de juiste volgorde is?
A
neus, bronchie, luchtpijp, longblaasjes
B
neus, bronchie, longblaasjes, luchtpijp
C
neus, luchtpijp, bronchie, longblaasjes
D
neus, luchtpijp, longblaasjes, bronchie
Slide 8 - Quiz
Waarom is een longblaasje maar één cel dik??
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Vidéo
Je hebt twee soorten ademhaling, rib- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Rib- of borstademhaling
B
Buikademhaling
Slide 11 - Quiz
Hoe komt het dat je wanneer je flink hoest je spierpijn kan krijgen in je bovenrug ?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Vidéo
Hoe wordt het orgaan genoemd dat de neusholte sluit bij het slikken?
A
gehemelte
B
huig
C
strottenklep
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurt er wanneer je je verslikt?
A
De huig en de strottenklep staan dicht
B
De huig staat open en de strottenklep staat dicht
C
De huig staat dicht en de strottenklep open
D
De huig en de strottenklep staan open
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Wat kun je krijgen van het roken van sigaretten?
Slide 18 - Question ouverte
Roken is slecht!
Is dit een mening of een feit? Geef aan wat jij denkt en geef een reden aan!
Is dit een mening of een feit? Geef aan wat jij denkt en geef een reden aan!
