herhaling grammatica en spelling AMN-toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

herhaling grammatica en spelling AMN-toets

onderdelen AMN-toets

kijken en luisteren

spelling

lezen

grammatica

werkwoordspelling

spelling

Welk woord is correct gespeld?

1. bacteriën
2. sleën
3. theorieen
4. melodiën

Welk woord is correct gespeld?

1. stationplein
2. vintache
3. stationsstraat
4. zonnenstraal

grammatica

zinsdelen

 (onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling)

woordsoorten

(lw, vz, zn, bn, ww, v,vnw, avnw, pvnw, bvnw en tw

Ik heb een nieuwe zonnebril gekocht.

Wat zijn de werkwoorden?

1. ik en zonnebril
2. heb en gekocht
3. een en nieuwe
4. nieuwe en zonnebril

Op de markt in Italië heb ik een armband gekocht.

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?

1. de en een
2. heb en gekocht
3. markt, Italië en armband
4. markt

Ik heb de tas naast de tafel gelegd.

Wat is het voorzetsel?

1. heb
2. de
3. tas
4. naast

Zij loopt door het park.
Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

1. zij
2. loopt
3. door
4. park

Ik pak een pen.

Wat is het onderwerp?

1. ik
2. pak
3. een
4. pen

Ik pak een pen van de tafel.

Wat is het lijdend voorwerp?

1. ik
2. pak
3. een pen
4. van de tafel

Ik zou graag gitaar willen spelen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. ik
2. zou graag
3. gitaar
4. zou willen spelen

werkwoordspelling

persoonsvorm tegenwoordige tijd t.t en o.t.t

persoonsvorm verleden tijd v.t en o.v.t

voltooid deelwoord

Dat (gebeuren).... nou elke keer! t.t

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurde
4. gebeurdde

Dat is vaker (gebeuren). t.t

1. gebeurt
2. gebeurd
3. gebeurde
4. gebeurdde

De buurman (gluren) over de schutting. v.t.

1. gluurt
2. gluurdde
3. gluurde
4. gluurte