4.6 Patronen van migratie

4.6 Patronen van migratie
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.6 Patronen van migratie

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
V4A en V4B donderdag 5 juni
  1. Huiswerk: maken van 4.4 opdrachten 1 t/m 7, 10 en 11 en lezen par. 4.6
  2. Actualiteit: val kabinet
  3. Voor jezelf in stilte: huiswerk zelfstandig nakijken/lezen 4.6
  4. PO: hoe ver zijn jullie? Wat hebben jullie nog nodig?
  5. Uitleg 4.6 Patronen van integratie
  6. Let op: de leerstof voor TW4: H4 Pluriforme samenleving paragrafen 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7 (4.5 en 4.8 zijn dus geen leerstof)

Slide 2 - Diapositive

ACTUALITEIT

Slide 3 - Diapositive


Welke vier partijen zaten er in het kabinet?
A
VVD, BBB, D66 en PVV
B
VVD, BBB, CDA en PVV
C
VVD, BBB, NSC en PVV
D
VVD, BBB, SP en PVV

Slide 4 - Quiz

Hoe kan het dat een kabinet valt?
____________________________
__
Kiezers stemmen op partijen
Bij verkiezingen kiezen de mensen wie er in de Tweede Kamer komen. Partijen die samen genoeg zetels halen, mogen samen het kabinet vormen.
🗳️
Verkiezingen
__
__
__
__
Partijen maken afspraken
De partijen die samen het kabinet vormen, noem je de coalitie. Omdat elke partij zijn eigen ideeën en plannen heeft, maken ze samen afspraken in het coalitieakkoord. In dat akkoord staan de gezamenlijke plannen en afspraken waar alle partijen het mee eens zijn en waarvoor ze beloven zich in te zetten.
🤝
Coalitieakkoord
Ruzie of meningsverschil
Ondanks het coalitieakkoord krijgen partijen in het kabinet soms toch ruzie over moeilijke onderwerpen, zoals asiel, geld of klimaat. Ze houden zich dan niet meer aan de afspraken.
⚠️
Geen samenwerking of steun meer
Als de meningsverschillen erg groot worden, kan een partij besluiten zich niet meer aan de afspraken of de gemaakte plannen te (willen) houden. Die partij stapt dan uit het kabinet. Vanaf dat moment heeft het kabinet misschien geen meerderheid meer in de Tweede Kamer. Zonder meerderheid kan het kabinet het land niet goed besturen.
Kabinet valt – nieuwe verkiezingen
Als het kabinet valt, betekent dit dat de ministers niet meer met elkaar kunnen samenwerken en het vertrouwen weg is. Het kabinet stopt met regeren.
Verkiezingen zijn nodig om een nieuw kabinet te kiezen. Tot die tijd blijft het oude kabinet 'demissionair', wat betekent dat ze alleen de dagelijkse, belangrijke dingen regelen en geen grote nieuwe beslissingen nemen.
📉
Ruzie
Uit kabinet stappen
Kabinet valt

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Voor jezelf in stilte
  1. Huiswerk 4.4  nakijken (en nog andere paragrafen?)
  2. Lezen 4.6 Patronen van integratie (blz. 182 t/m 187)
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

4.6 Patronen van migratie

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen 4.6
In deze paragraaf leer je:
  • Wat is integratie is en waarom hier vaak felle discussies over zijn.
  • Hoe nieuwkomers en ingezetenen de veranderingen ervaren.
  • Hoe kunnen nieuwkomers en ingezetenen zich het beste tot elkaar verhouden en wat dit van elkaar vraagt.


Slide 9 - Diapositive

Inleiding
  • Integratie is een begrip dat vaak opduikt in het politieke en maatschappelijke debat. 
  • Het gaat er dan meestal over in hoeverre migranten in de Nederlandse samenleving zouden moeten integreren. 
  • Maar wat wordt met integratie eigenlijk bedoeld?

Slide 10 - Diapositive

Waarop was dit een reactie?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Welke gevolgen had dit filmpje voor de integratie?
1. Stigmatisering van een hele bevolkingsgroep
Wilders sprak over "Marokkanen" als geheel, zonder onderscheid te maken tussen individuen. Daarmee werden alle mensen met een Marokkaanse achtergrond over één kam geschoren, ongeacht of ze wel of niet problemen veroorzaken. Dit versterkt negatieve stereotypen.

2. Polariserend effect
De uitspraak verdeelde de samenleving: aan de ene kant mensen die zich gesteund voelden in hun negatieve beeld van Marokkanen, aan de andere kant mensen (inclusief Marokkaanse Nederlanders) die zich uitgesloten, gekrenkt of zelfs bedreigd voelden. Dit vergroot wantrouwen tussen bevolkingsgroepen en werkt integratie tegen.

Slide 13 - Diapositive

Inburgeringscursus:
Nieuwkomers moeten de Nederlandse taal leren,
de kernwaarden van de dominante cultuur respecteren en actief meedoen.

Slide 14 - Diapositive

Zou jij slagen voor de inburgeringscursus?

Slide 15 - Diapositive

Welk land ligt ten oosten van Nederland?
A
België
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 16 - Quiz

Wat betekent Nederland?
A
Hoog land
B
Laag land
C
Droogland
D
Waterland

Slide 17 - Quiz

Welke stad ligt in de Randstad?
A
Eindhoven
B
Utrecht
C
Zwolle
D
Helmond

Slide 18 - Quiz

Van wie is dit standbeeld?
A
Willem van Oranje
B
Koning van Spanje
C
Napoleon
D
Willem Alexander

Slide 19 - Quiz

Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer?
A
50 jaar
B
vijfhonderdduizend jaar
C
400 jaar
D
800 jaar

Slide 20 - Quiz

Wat is de functie van de deze mevrouw?
A
Minister President
B
Burgemeester
C
Advocaat
D
Huisarts

Slide 21 - Quiz

Wat is de belangrijkste wet in Nederland?
A
Grondwet
B
Privacy wet
C
Wapenwet
D
Drank en Horeca wet

Slide 22 - Quiz

Hoe lang duurde de oorlog met Spanje?
A
60
B
50
C
80
D
90 jaar

Slide 23 - Quiz

Als u bij iemand op bezoek gaat, maakt u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen?
A
Je loopt zo binnen
B
Je maakt een afspraak

Slide 24 - Quiz

Integratie
Vraag:
Kun je een kernwaarde noemen van Nederlandse dominante cultuur?

Slide 25 - Diapositive

De open samenleving
Open samenleving
In een open samenleving hebben mensen veel vrijheid om naar hun eigen waarden en normen te leven.

Slide 26 - Diapositive

Filmpje: 




Integratie met een knipoog

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Vraag: noteer het antwoord je schrift


 Hoe kan integratie de sociale cohesie in de samenleving versterken?

Slide 29 - Diapositive

Antwoord:
Integratie is een wederzijdse aanpassing, waarbij kennis gemaakt wordt met de cultuur van beide. 
Het begrijpen van elkaars cultuur kan leiden tot onderlinge verbondenheid en het gevoel bij elkaar te horen. Dit is sociale cohesie. 
Integratie kan daarmee dus de sociale cohesie versterken.


Slide 30 - Diapositive

V4A vrijdag 6 juni
1. Klassikaal afronden 4.6 LessonUp
2. Actualiteit: radicalisering in opkomst onder Duitse jongeren
3. Opdrachten maken 4.6: opdracht 4, 5, 6, 7 en 12
4. Nakijken 4.6
5. Volgende les: uitleg 4.7 en tijd voor je PO / vrijdag foto's maken
6. Vanmiddag zet ik alle LessonUps en definitielijst op Teams
7. Fijn weekend!

Slide 31 - Diapositive

Wat verwacht jij van nieuwkomers?

schrijf dit eens kort op voor jezelf 
en deel je antwoord met je buur

Slide 32 - Diapositive

INTEGRATIE

Slide 33 - Diapositive

ASSIMILATIE

Slide 34 - Diapositive

SEGREGATIE

Slide 35 - Diapositive

Waar past jouw antwoord bij?
  • INTEGRATIE
  • ASSIMILATIE
  • SEGREGATIE

Slide 36 - Diapositive

3 reacties op verandering

Slide 37 - Diapositive

1. Vermijding

Slide 38 - Diapositive

Motieven voor segregatie
+
-

Slide 39 - Diapositive

2. Conflict

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

3. Aanvaarding

Slide 42 - Diapositive

Integratieparadox
  • De integratieparadox verwijst naar het fenomeen waarbij mensen met een migratieachtergrond, hoe beter ze geïntegreerd zijn in de samenleving, zich juist vaker gediscrimineerd of buitengesloten voelen. 
  • Dit lijkt tegenstrijdig: je zou verwachten dat mensen die beter meedoen in de samenleving ook meer acceptatie ervaren, maar het tegenovergestelde gebeurt soms.
  • Gevolg: ze keren zich af van de samenleving en het kan zelfs leiden tot radicalisering

Slide 43 - Diapositive

Gevolg: Radicalisering

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Vragen bij artikel
  1. Gaat het artikel over een maatschappelijk probleem? Kijk eens terug op blz. 9 van je lesboek naar de kenmerken van een maatschappelijk probleem en schrijf deze 3 kenmerken op.
  2. De jongeren die zich aangetrokken voelen tot rechts-extremisme in Duitsland komen vaak uit verschillende sociale achtergronden, maar er zijn wel enkele gemeenschappelijke kenmerken. Welke?
  3. Wat speelt een grote rol bij de aantrekkingskracht van neonazi’s?
  4. Waar zou jij op inzetten als beleidsmaker in Duitsland  om deze trend van radicalisering te stoppen? 



Slide 46 - Diapositive

Antwoorden
1. grote groepen ondervinden de gevolgen/tegengestelde visie op hoe de samenleving eruit moet zien (binair mensbeeld)/ aanpak moet gedaan worden door de overheid
2. gebrek aan perspectief / weinig vertier in omgeving/gebrekkig geschoold/(agressieve) onzekere thuissituatie 
3. 
- "Groeiende aantallen vluchtelingen bedreigen onze manier van leven. We moeten ons kunnen verdedigen en terugslaan. Als zij weg zijn, hebben we ons land weer terug."
- Gevoel van onvrede of onzekerheid: Veel jongeren voelen zich buitengesloten, hebben weinig vertrouwen in de politiek of voelen zich bedreigd door migratie of globalisering.
-Actief op sociale media: Jongeren komen steeds vaker in aanraking met extremistische ideeën via sociale netwerken, YouTube, Telegram of gamingplatforms.
- Beïnvloeding door populistische of radicale partijen: Zoals de AfD  die extremistische denkbeelden aanwakkert, ook al is de partij officieel niet extremistisch.
4. Voorbeelden: inzetten op educatie/burgerschap/preventie/jeugdzorg

Slide 47 - Diapositive

Leerdoelen behaald?
In deze paragraaf leer je:
  • Wat is integratie is en waarom hier vaak felle discussies over zijn.
  • Hoe nieuwkomers en ingezetenen de veranderingen ervaren.
  • Hoe kunnen nieuwkomers en ingezetenen zich het beste tot elkaar verhouden en wat dit van elkaar vraagt.


Slide 48 - Diapositive

Aan de slag!

  1. Huiswerk: maken 4.6: opdracht 4, 5, 6, 7 en 12
  2. Volgende week: 4.7 en nog 1 les werken aan PO 
  3. groepen heb ik moeten verschuiven om alles te kunnen passen in een les en om geen risico te lopen:  do. 19 juni: Willem en David, Kim en Nienke en Jon en Daan. Verder geen wijzigingen.
 

Slide 49 - Diapositive