02 Brandstoffen verbranden II

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H00fdstuk 6 Warmte
Welkom Kader 3



timer
5:00
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 
- JDW- map



Welkom kader 3!
Ga zitten en start met het lezen van 6.2. 
Klaar?

Ga verder met de opdrachten. 







Tassen op de grond
Jas over je stoel
Telefoons in de zakkie

Slide 2 - Diapositive

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

6.2 Brandstoffen verbranden   (vervolg)
Terugblik

Slide 4 - Diapositive

In afbeelding 1 staan vier energie-stroomdiagrammen van een elektrische oven. Welke diagram geeft de energieomzetting juist weer?

A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 5 - Quiz

Welke van onderstaande warmtebronnen verbruiken chemische energie?

brander – föhn – gasfornuis – houtkachel

Slide 6 - Question ouverte

Tekst
Tekst
Tekst

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat voor soort energie gebruikt een waterkoker om water te verwarmen?
A
Elektrische energie
B
Bewegingsenergie
C
Chemische energie
D
Lichtenergie

Slide 9 - Quiz

Waarom wordt een waterkoker
warm als je hem aanzet?

Slide 10 - Question ouverte

Een waterkoker heeft een vermogen van 2000 W en staat 3 minuten aan. Hoeveel elektrische energie verbruikt de waterkoker in die tijd?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

  1. Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.
  2. Je kunt uitleggen waarom je bij gastoestellen voor voldoende luchttoevoer moet zorgen.
  3. Je kunt beschrijven hoe je op een gasbrander de gewenste vlam kunt instellen.
  4. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd.

Slide 13 - Diapositive

Tekst
Tekst
Tekst

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welke van bovenstaande gebruikt aardgas?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

timer
10:00

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Welk reactieschema van de verbranding van methaan is juist?
A
methaan + koolstofdioxide → zuurstof + water
B
methaan + zuurstof → koolstofdioxide + water
C
water + koolstofdioxide → methaan + zuurstof
D
water + zuurstof → koolstofdioxide + methaan

Slide 39 - Quiz


Wat is de formule voor Kelvin?
A
K = C - 100
B
K = C + 273
C
K = C - 273
D
K = C + 100

Slide 40 - Quiz


Wat is 0 graden Celsius in Kelvin?
A
0 K
B
100 K
C
0,15 K
D
273 K

Slide 41 - Quiz

Sleep de juiste naam
naar het onderdeel
van de brander
Gaskraan
Luchtschijf

Slide 42 - Question de remorquage

Wat gebeurt er als er niet voldoende zuurstof bij de brandstof kan komen?
A
Er ontstaat dan koolstofdioxide en roet.
B
Er ontstaat dan koolstofmono-oxide en roet.
C
Er ontstaat dan alleen koolstofdioxide.
D
Er ontstaat dan alleen koolstofmono-oxide.

Slide 43 - Quiz

Wat gebeurt er met de vlam van een gasbrander als je de gasregelknop verder opendraait?
A
De vlam wordt hoger.
B
De vlam wordt lager.
C
De vlam wordt blauwer.
D
De vlam wordt geler.

Slide 44 - Quiz

Hoe steek je de brander veilig aan? 
Sleep de blokjes in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Controleren of alle knoppen dicht zijn
Grote gas-kraan bij de tafel open zetten
Lucifer 
aansteken
Lucifer boven brander houden
Gaskraan open draaien
Met de luchtschijf
 de kleur regelen

Slide 45 - Question de remorquage

Met de brander kan ik drie
verschillende vlammen maken.
Welke vlam krijg ik met de luchtschijf dicht?
A
Gele vlam
B
Stille blauwe vlam
C
Ruisende blauwe vlam
D
Pauzevlam

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive