Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Verschil tussen waarnemen en observeren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat heb je gezien op de tekening?
Slide 5 - Question ouverte
Heeft iedereen hetzelfde geantwoord?
ja
nee
Slide 6 - Sondage
Waarom heeft niet iedereen hetzelfde gezien?
Slide 7 - Question ouverte
Waarom heb je niet alles kunnen zien op de tekening?
Slide 8 - Question ouverte
Bekijk aandachtig het volgende:
Hoeveel kinderen zitten er op het speeltuig?
Welk kleur heeft het skatboard?
Hoeveel kinderen hangen in de boom?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat stel je nu vast als je de antwoorden vergelijkt?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Waarom denk je dat niet iedereen nu hetzelfde antwoord heeft gegeven?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Waarom lacht het meisje met het springtouw denk je?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Waarom lacht het kind dat aan het tekenen is niet volgens jou?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Vidéo
Hoe vaak werd de bal doorgegeven?
A
10
B
12
C
15
D
17
Slide 19 - Quiz
Is je nog iets opgevallen?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is waarnemen?
Waarnemen doe je automatisch en onbewust.
Je doet dit de hele dag door.
Je neemt prikkels uit de omgeving waar via de zintuigen.
Jouw waarneming is voor interpretatie vatbaar.
DUS waarneming is SUBJECTIEF.
Slide 21 - Diapositive
Wat is observeren?
Observeren is waarnemen met een bepaald doel.
Observeren doe je heel bewust.
Observeren is gebaseerd op feiten.
DUS observeren is OBJECTIEF.
Slide 22 - Diapositive
Wat is interpreteren?
Bij interpreteren geef je betekenis aan de observatie.
Om een waarneming correct te interpreteren, is het belangrijk dat je de situaties die je waarneemt vanuit verschillende invalshoeken of brillen bekijkt.
Slide 23 - Diapositive
Wat is het verschil tussen waarnemen, observeren en interpreteren?
Waarnemen doe je automatisch en onbewust.
Observeren: een bepaald doel.
Observatie: niet voor interpretatie vatbaar.
Bij interpreteren geef je betekenis aan de observatie.