Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Donderdag 1 mei K004
Slide 1 - Diapositive
Hallo,
Wie ben je? Waar kom je vandaan?
Waar woon je?
Welke taal/talen spreek je?
Slide 2 - Diapositive
Hoe was jouw Koningsdag?
Wat heb je gezien?
Wat heb je gedaan?
Was je oranje gekleed?
Heb je een tompouche gegeten?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Lesplan
1. Meervoud uitleg
2. Meervoud oefenen
3. Leesopdracht (woordenschat)
4. Samenwerken - dialoog bedenken - rollenspel
5. Terugblikken
Slide 5 - Diapositive
1. Meervoud uitleg
1. Meervoud = enkelvoud + en bijvoorbeeld: stoel - stoelen.
2. Als een woord eindigt op een - s of - f en heeft het een lange klank/ twee tekenkank dan komt er in het meervoud een - z of een v. Bijvoorbeeld: duif - duiven of huis - huizen of kaas - kazen.
Slide 6 - Diapositive
1. Meervoud uitleg
3. Meervoud = enkelvoud + s
Bijvoorbeeld: (woorden die in enkelvoud eindigen met een klinker vaak
+ s ) tafel - tafels
computer - computers
meisje - meisjes
Slide 7 - Diapositive
1. Meervoud uitleg
4. Bij een lange klank: aa - ee - oo - uu + medeklinker dan laten we één klinker weg.
Bijvoorbeeld: Boom - Bomen Been - Benen
Muur - Muren
Raam - Ramen
Slide 8 - Diapositive
1. Meervoud uitleg
4. Bij een korte klank: a - e - o - u- i + medeklinker dan komt er één medeklinker bij.