Feiten, meningen en argumenten

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 1 - Diapositive

Weet je het verschil tussen een feit en een mening?
A
ja natuurlijk
B
Ja een beetje
C
Ik weet het niet zeker
D
Nee

Slide 2 - Quiz

Schrijf een feit
over het Mundus.

Slide 3 - Carte mentale

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 4 - Diapositive

Schrijf je mening over het Mundus

Slide 5 - Carte mentale

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 

Slide 6 - Diapositive

Geef een argument bij je mening over het Mundus

Slide 7 - Carte mentale

Heb je het begrepen?
Heeft iemand nog een vraag over één van de begrippen?

Slide 8 - Diapositive

Staat hier een feit, mening of argument?

NT2 is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

, want iedereen heeft een ander talent.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind de Minions een leuke film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met je.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

staat hier een feit, mening of argument

,omdat je eerst B1 moet halen voor Nederlands.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

maak:
Talent 3.4 1  t/m 6 
Klaar? 7 Extra: Verwijswoorden
Niet klaar: huiswerk voor morgen

Slide 16 - Diapositive