H 4.1 Eenheden

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik voorkennis H 4
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik voorkennis H 4
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Nakijken 
vk4
opgave 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
  • Ik kan keer- en deelsommen met 10, 100, 1000 uit het hoofd uitrekenen.
  • Ik kan een getal invullen in de juiste context, die gaat over eenheden.
  • Ik kan van verschillende eenheden aangeven wat meer is.
  • Ik kan uren in minuten omrekenen.
  • Ik kan dagen in uren omrekenen.
  • Ik kan weken in dagen omrekenen.

Slide 3 - Diapositive

Aan het eind van de les:
  • Ik weet wat eenheden zijn.
  • Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden (km, m, cm, mm, kg, g, l, ml, km/uur).
  • Ik ken de waarden van de woorden:
    kilo = 1000; hecto = 100; deca = 10;
    deci = 0,1; centi = 0,01; milli = 0,001.

Slide 4 - Diapositive

Rekenbreak (blz. 145)











aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Opgave 1 (blz. 142)











aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Opgave 2 (blz. 142)











aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Opdrachten bespreken
We gaan opdr. 1 en 2 bespreken










aantal
240









aantal







Slide 8 - Diapositive

blz. 142

Slide 9 - Diapositive

Opgave 6 (blz. 143)











aantal
240









aantal







timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

blz. 144

Slide 11 - Diapositive

Opgave 8 (blz. 144)











aantal
240









aantal







timer
2:00

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk


H 4.1


opgave 3, 4, 5, 9, 10, E




Slide 13 - Diapositive

Aan het eind van de les:
  • Ik weet wat eenheden zijn.
  • Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden (km, m, cm, mm, kg, g, l, ml, km/uur).
  • Ik ken de waarden van de woorden:
    kilo = 1000; hecto = 100; deca = 10;
    deci = 0,1; centi = 0,01; milli = 0,001.

Slide 14 - Diapositive