Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Deze boom is .....
A
levend
B
levenloos
C
dood
Slide 2 - Quiz
Dood, levend of levenloos?
A
dood
B
levend
C
levensloos
Slide 3 - Quiz
Biologie is de leer van het leven.
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Een stilzittende, bijna niet ademende sprinkhaan is dood.
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Hoe noemen we dit levensverschijnsel?
Slide 6 - Question ouverte
Margot en Sasha hebben hun best gedaan voor het discofeest van hun brugklas. Ze hebben muziek geregeld, discolampen en genoeg eten en drinken voor iedereen. Het feest barst los en heel veel kinderen gaan dansen. Schrijf de drie levensverschijnselen op die bij het dansen het meest aan de orde komen.
Slide 7 - Question ouverte
Margot is door alle inspanning erg moe. Na een uur of twee valt ze flauw bij de toiletten. Sasha roept in paniek de mentor en zegt tegen hem: 'Margo ligt er levenloos bij.' Leg uit dat Sasha hier een verkeerd woord gebruikt.
Slide 8 - Question ouverte
Wat zijn de 8 levensfasen van de mens?
Slide 9 - Question ouverte
Welke 3 soorten ontwikkeling worden onderscheiden bij mensen?
Slide 10 - Question ouverte
Is dit een voorbeeld van groei en / of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling
C
Groei en ontwikkeling
Slide 11 - Quiz
Groei is:
A
het groter en lichter worden van een organisme
B
het ontwikkelen van een organisme
C
het groter en zwaarder worden van een organisme
D
het veranderen van een organisme
Slide 12 - Quiz
Is dit groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 13 - Quiz
Is dit een voorbeeld van groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 14 - Quiz
De ontwikkeling die te maken heeft met de beweging van het lichaam is welke ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
emotionele ontwikkeling
D
motorische ontwikkeling
Slide 15 - Quiz
Wat is geen ontwikkeling?
A
een rups komt uit een ei
B
in de puberteit verandert je lichaam
C
een bloem groeit op een struik
D
een plant groeit 5 cm per dag
Slide 16 - Quiz
Wat is geestelijke ontwikkeling?
A
Het leren van bepaalde bewegingen
B
Het veranderen van je lichaam
C
Het veranderen van je verstand, gevoelsleven en karakter
Slide 17 - Quiz
Is een groeispurt ontwikkeling?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Waar start een levenscyclus?
A
bij een volwassen plant
B
bij een zaadje
C
bij de bloem
D
bij een zaadje met een worteltje
Slide 19 - Quiz
Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Levenscyclus is:
A
Als organismen dood gaan maar ook nakomelingen krijgen
B
een individu
C
alles tussen de geboorte en de dood
D
het levenskenmerk van de plant
Slide 21 - Quiz
Een plant heeft een levenscyclus
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
De levenscyclus van een kikker heet een levenscyclus omdat