Dictee 6

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Dictee 6

Pak je dicteeschrift voor

Wat gaan we doen?

• Twee werkwoorden vervoegen (5 min)

• Dictee (5 min): drie woorden + drie zinnen.
• Gezamenlijk nakijken
• Instructie groep 6 (3 min).
• Zelfstandig werken: opdrachten maken uit het werkboek (10 min).
• Klaar? Lezen.

                                   WW: vinden

Tegenwoordige tijd:   

• Ik .......... 
• Hij/zij .......... 
• Wij ...............      

             

Verleden tijd:

• Ik .......... 
• Hij/zij .......... 
• Wij ...............

Voltooide tijd:

•  Ik heb .......... 

                                   WW: werken

Tegenwoordige tijd:   

• Ik .......... 
• Hij/zij .......... 
• Wij ...............      

             

Verleden tijd:

• Ik .......... 
• Hij/zij .......... 
• Wij ...............

Voltooide tijd:

•  Ik heb .......... 

Dictee woorden groep 6:

1. Passief
2. Actief
3. Combinatie

De dictee woorden groep 7:

1. Gala-avond
2. Champagne
3. Beroemdste

De zinnen:

1. De Franse man besteedt veel aandacht aan de zijden stoffen.
   
   
   
2. De man vindt dat het diamanten kettinkje op het fluwelen kussen moet liggen. 
   
   
3. De miljonairs meldden gisteren dat ze de opbrengst van de benefietwedstrijd verdubbelen. 

Zelfstandig werken

• Groep 6: opdr. 1, 2 en 3 (blz. )
  
• Groep 7: opdr. 1, 2 en 4 (blz. )
  
  
• Klaar? In stilte lezen.