les 6 psychogeriatrische zorgvrager

• Individueel plan
• MBO
• Studiejaar 2

Wat betekenen de woorden
psycho- geriatrie?

Wat is volgens jou Dementie?

wat heb jij herkent in de film?

In deze fase voelt de zorgvrager zich door het geheugen en verstoorde denken bedreigd in het bestaan. Het wordt steeds lastiger om de regie in handen te houden, maar de zorgvrager probeert de schijn op te houden. de zorgvrager kan  fel reageren en anderen wantrouwen of beschuldigen. Het is goed te zien dat de zorgvrager gespannen is.  De zorgvrager heeft behoefte aan oriëntatiepunten, zoals een stoel, wandelstok of kledingstuk, en aan vaste routine. Veranderingen en nieuwe situaties, bezigheden en contacten gaat de zorgvrager uit de weg. De zorgvrager probeert zo min mogelijk met zijn tekorten te worden geconfronteerd. De zorgvrager praat graag over het verleden, maar liever niet over recente gebeurtenissen. De zorgvrager vindt het vervelend als mensen u daar naar vragen. Ook aanraking en intimiteit kan de zorgvrager als onprettig ervaren. Voor de mensen in de omgeving van de zorgvrager is het belangrijk om dat te respecteren.

Dit is de fase waarin de desoriëntatie in tijd, plaats en persoon toeneemt. De zorgvrager weet steeds minder goed wie en waar hij is  en de zorgvrager maakt een zoekende indruk. De schouders van de zorgvrager hangen naar voren, de zorgvrager gaat steeds meer doelloos voor zich uit staren  staren en dwaalt wat rond. Het gezicht en lichaam van de zorgvrager zien er ontspannen uit. Er kan sprake zijn van incontinentie, maar dat merkt de zorgvrager niet. De emoties worden ingegeven door primaire behoeften zoals liefde, eten en intimiteit. Daar geeft de zorgvrager ongeremd uiting aan. De zorgvrager spreekt langzaam, vaag en met weinig woorden. De zorgvrager springt van heden naar verleden en haalt gebeurtenissen en mensen van kort geleden en vroeger door elkaar. Het  concentratievermogen en geheugen van de zorgvrager nemen af en deze geeft steeds meer de voorkeur aan eenvoudige activiteiten. Ook het gehoor en zicht kunnen minder worden.

In deze fase is de zorgvrager zich niet meer bewust van wie hij is en maakt weinig tot geen contact met de omgeving. Alle besef van tijd, plaats en persoon is verdwenen. De zorgvrager  gebruikt zijn stem nog wel, maar is vaak moeilijk te verstaan. In het begin beweegt de zorgvrager zich nog schuifelend voort, maar na verloop van tijd raakt hij aangewezen op een rolstoel. Telkens herhalende bewegingen en geluiden verraden iets van de zorgvrager zijn  behoeften en emoties. Vaak gaat het om basisbehoeften als warmte, kou, rust, prettige prikkels, honger of pijn. Ook de gezichtsuitdrukking en lichaamshouding geven signalen af van hoe de zorgvrager zich voelt. Het is aan de mensen in de omgeving om goed naar de zorgvrager te kijken en te achterhalen wat dezewilt of juist niet wilt. Zij moeten regelmatig kort contact met hem maken; zelf doet de zorgvrager dat niet meer. Het gebruik van de voornaam of koosnaam werkt vaak goed. Ook wordt de zorgvrager geprikkeld door lieve woordjes, zachte aanrakingen, het proeven of ruiken van lekkere dingen, mooie of vrolijke muziek of iets in handen om mee te prutsen.

In dit laatste stadium van dementie lukt het niet of nauwelijks nog om contact met de zorgvrager te krijgen. De ‘ik’ lijkt te zijn verdwenen. Soms is er heel even een soort contact. de ogen zijn ontspannen, kijken niet meer rond en kunnen soms samentrekken. De zorgvrager leeft nu helemaal vanuit zijn primaire behoeften en toont geen emoties meer. Elk contact moet erop gericht zijn om aangename gewaarwordingen teweeg te brengen: een prettige stem en liefhebbende toon, fijne muziek en aangename zintuiglijke prikkels zoals geuren en warmte.

Hoe haal jij herinneringen op?
(met je zorgvrager)