2025-06-12 G3 Grieks

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Ik kan zinnen met een bijvoeglijk of praedicatief gebruikt ptc. vertalen.
• Ik kan mijn fouten op de toets toelichten.
• Ik ken 15 woorden van les 26.
• Cultuur: onderwereld.

Weektaak

• Herhalen: woorden t/m les 24
• Leren: bijwoorden (HB 113)
• Leren: vormen van het ptc. praes. (HB 126)
• Leren: bijv./praed/ gebruik ptc (gramm 6.3)
• Maken (deels in de les): ergon 10 (1, 2, 5, 6) en 11 (1, 3, 4, 6).

Begintaak: vertaal:

Ὁ μακρὸς κροκόδειλος τὸν τροχίλον μικρὸν ὄντα οὐκ φοβεῖ.

ὁ τροχίλος = strandloper

φοβέω = bang maken

Stappenplan praedicatief gebruikt ptc. praes. vertalen

• Bepaal waarmee het ptc. congrueert (dat is het ond. van het ptc.)

• Een ptc. in de nom. congrueert altijd met het onderwerp.
• Maak een terwijl-zinnetje met

      - ptc als pv

      - ond. van ptc. als ond.

• Zorg voor gelijktijdigheid.
• Pas het voegwoord zo nodig aan: omdat, hoewel, toen, als

• We bespreken de toets.

Marin: toets inhalen

W les 26

ἄκων (F/N?)(gen.?)     ἅτε (+?)     συλλέγω     ὁ χειμών (gen.?)     

μεταβάλλω (2)      τὸ ἥμισυ     φύω     ἀνα-     ἡ ψυχή (2)

δακρύω     δεινός (2)     ὁ ἐνιαυτός     ἀδύνατος (2)

ὑπ᾿ (+?)    ὁ καρπός     ἡ χείρ (gen.?)     γαμέω

Tijd over? Start T 26.