week 4 les 4
Typ het woord dat je hoort
1 / 17
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Typ het woord dat je hoort
Slide 1 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 2 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 3 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 4 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 5 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 8 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 9 - Question ouverte
vinden
t.t........jij een schoon milieu belangrijk?
t.t........jij een schoon milieu belangrijk?
Slide 10 - Question ouverte
smoezen
t.t. Ik.........met jou.
t.t. Ik.........met jou.
Slide 11 - Question ouverte
geloven
v.t. Ik..........jou.
v.t. Ik..........jou.
Slide 12 - Question ouverte
aanvaarden
v.t. Ik.........de consequentie.
v.t. Ik.........de consequentie.
Slide 13 - Question ouverte
nakijken
Ik heb het werk........
Ik heb het werk........
Slide 14 - Question ouverte
verhuizen
Wij zijn naar een andere woning.....
Wij zijn naar een andere woning.....
Slide 15 - Question ouverte
nakijken
Het............werk.
Het............werk.
Slide 16 - Question ouverte
onthouden
De..........tekst.
De..........tekst.
