Bereidingstechnieken

Manieren om gerechten te bereiden
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
HuishoudkundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Manieren om gerechten te bereiden

Slide 1 - Diapositive

Wat is je lievelingsgerecht?

Slide 2 - Question ouverte

Welke manieren om een gerecht te bereiden ken jij?

Slide 3 - Question ouverte

De manieren om gerechten te bereiden zijn: 

Koken, stomen, braden, bakken, stoven, grillen, fonduen en frituren en nog anderen

Slide 4 - Diapositive

Welke kooktechniek heb je nodig voor jou lievelingsgerecht?

Slide 5 - Question ouverte

Welke manier gebruikt je papa of je mama het meest?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is koken?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 7 - Question ouverte

Koken 
Verhitten van voedsel in water dat je aan de kook brengt totdat het gaar is. 
Water kookt bij 100 graden.
Je ziet luchtbellen bovenkomen en er ontstaat ook waterdamp.

Slide 8 - Diapositive

Wat is bakken?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 9 - Question ouverte

Bakken 
Als je voedsel zoals vlees, vis, ei en pannenkoeken of groente korte tijd op hogere temperatuur in een koekenpan verwarmt.
We gebruiken hiervoor vetstof: Boter, olie of ander vet.

Slide 10 - Diapositive

Wat is braden?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 11 - Question ouverte

Braden 
Als je bijvoorbeeld vlees een langere tijd op een lagere temperatuur laat garen.
 Dit doe je in een braadpan of een ovenschaal.

Slide 12 - Diapositive

Wat is braden?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 13 - Question ouverte

Grillen 
Je verhit hierbij het voedsel door het onder een hete spiraal te plaatsen of in een grillpan of op de barbecue. Het voedsel krijgt een mooi bruin korstje. 

Slide 14 - Diapositive

Wat is stomen?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 15 - Question ouverte

Stomen 
Je maakt op deze manier eten gaar in de damp van kokend water. Bij het stomen blijven smaak en vitamines beter behouden. 

Slide 16 - Diapositive

Wat is stoven?
Leg uit in eigen woorden.

Slide 17 - Question ouverte

Stoven 
Je bakt het voedsel eerst met boter, waarna je de deksel op de pan legt en het langzaam gaar laat worden.

Slide 18 - Diapositive

Wat is frituren?
Leg uit in eigen woorden.

Slide 19 - Question ouverte

Frituren
Frituren is het bakken van voedsel in hete olie of vet. Het bakken gebeurt in een frituurketel waar je de juiste temperatuur kan op instellen.

Slide 20 - Diapositive

Wat is fonduen? Leg uit in eigen woorden.

Slide 21 - Question ouverte

FONDUEN
Fonduen is het garen of dippen van voedsel in hete vloeistof, zoals olie, bouillon of gesmolten kaas. 
De fonduepot wordt in het midden van de tafel gezet. Vaak verwarmd met kaarsjes of een vuurpotje.

Slide 22 - Diapositive

Hoe noem je het klaarmaken van voedsel in water dat aan de kook wordt gebracht?
A
Bakken
B
Braden
C
Grillen
D
Koken

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je het kort verhitten van voedsel op hoge temperatuur in een koekenpan?
A
Grillen
B
Bakken
C
Koken
D
Stoven

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je het verhitten van voedsel onder een hete spiraal?
A
Braden
B
Stomen
C
Stoven
D
Grillen

Slide 25 - Quiz

Wat doe je als je voedsel een langere tijd op een laag vuur zet?
A
Braden
B
Stomen
C
Stoven
D
Smoren

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je het garen van eten in de damp van kokend water?
A
Stoven
B
Smoren
C
Stomen
D
Bakken

Slide 27 - Quiz

Hoe noem je het bereiden van voedsel waarbij je het eerst bakt in boter en daarna met de deksel op de pan langzaam gaart?
A
Smoren
B
Stoven
C
Koken
D
Bakken

Slide 28 - Quiz

Hoe noemt dit type
fornuis, kookplaat,
vuur?
A
Gasvuur
B
Elektrisch kookvuur
C
Inductiekookplaat
D
Open vuur

Slide 29 - Quiz

Hoe noemt dit type
fornuis, kookplaat,
vuur?
A
Gasvuur
B
Elektrisch kookvuur
C
Inductie kookplaat
D
Open vuur

Slide 30 - Quiz

Hoe noemt dit type
fornuis, kookplaat,
vuur?
A
Gasvuur
B
Elektrisch kookvuur
C
Inductie kookplaat
D
Open vuur

Slide 31 - Quiz