der en ein groep les 2 periode 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Du hast 3 Minuten für:

Je hebt 3 min om: 

• Jacke aus


• Handy in die Tasche 
• Laptop geschlossen auf dem Tisch
• Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch

• Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met de opdracht die op het bord staat.
  

Leerdoel

Leerdoel:

* je kent de zinsontleding (het gezegde, het onderwerp, het lijdendvoorwerp)

* je kent de eerste en de vierde naamval van de der-groep

In de les 

Schritt 25 A2 zinsontledeing, het onderwerp,, het lijdend voorwerp (1e en 4de nv, EIN-GRUPPE)

Schritt 26

Aufgabe 1, Aufgabe 2, Aufgabe 3, Aufgabe 4

Schritt 24/25 

Grammatik

der en ? groep

Leerdoel

Ik ken de vormen van de der- en ein- groep in de 1e en 4e naamval 

Ik weet hoe ik de 1e en 4e naamval moet vinden in de zin

Zinsontleding: 

Wie war das nochmal?

De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

Zinsontleding: 

Wie war das nochmal?

De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

1. Zoek het gezegde

Zinsontleding: 

Wie war das nochmal?

De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

2. Zoek het onderwerp

Wie/wat? + gezegde?

Zinsontleding: 

Wie war das nochmal?

De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

3. Zoek het lijdend voorwerp

Wie/wat + gezegde + onderwerp?

sehr. 

onderwerp 

gezegde

lijdend voorwerp

Meine Schwester

mag

diese Katze

Seite 59, Aufgabe 2b

 Lees de zinnen en kleur het onderwerp groen, het gezegde           blauw en het lijdend voorwerp rood.

der-groep

der, die, das 

dies-

jen- 

jed-, 

manch-,

solch-,

welch-, 

all

ein-groep

onbepaalde lidwoord ein(e) 

+

bezittelijke voornaamwoorden 

+

kein = geen

ein-groep

onbepaalde lidwoord ein(e) 

+

mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr- 

+

kein = geen

ein-groep

ein(e),

mein-,

dein-,

sein-,

ihr-,

unser-,

euer-,

ihr-,

Ihr-,

kein

 Schritt 25 Aufgabe 2C

Lees de zinnen, kleur in elke zin het onderwerp groen en het lijdend voorwerp rood en vul de juiste uitgangen van de ein-groep of '-' in. 

Aufgabe 6

Lees de tekst over een heel klein huis. Bepaal het onderwerp en lijdend voorwerp in elke zin en vul de juiste uitgangen of '-' in.

Ik ben goed voorbereid voor de toets

😒🙁😐🙂😃

Auf Wiedersehen!