WEEK 22- MIÉRCOLES 28-5-25

WEEK 22- MIÉRCOLES 28-5-25
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WEEK 22- MIÉRCOLES 28-5-25

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué día es hoy?
La fecha de hoy en español

Hoy es ....

Slide 3 - Diapositive

Aquí el profe puede simplemente escribir la fecha de hoy en la pizarra para ir más rápido. Creo que es bueno incluir esto  para despertar la curiosidad. 
SO 4 SCHRIJVAARDIGHEID
WOENSDAG 28-5-25

TOEGESTAAN: EIGEN WOORDENBOEK NED-SPAANS

TIENES 30 MINUTOS EN TOTAL


timer
30:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEERDOELEN


JEZELF PRESENTEREN


SUCCESCRITERIA



Je weet wat je moet voorbereiden voor het Taaldorp en je bent begonnen met de voorbereiding.


Je kunt minstens 3 handige zinnen in het Spaans gebruiken tijdens een gesprek (bijvoorbeeld: iets vragen, hulp vragen, iets niet begrijpen).


Je hebt minimaal 5 zinnen geoefend om jezelf in het Spaans voor te stellen en persoonlijke informatie te geven (zoals naam, leeftijd, woonplaats, hobby’s).

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Presentarse a una audición:
Je gaat jezelf voorstellen bij een casting.
Denk aan je persoonlijke gegevens, fysieke beschrijving,
karaktereigenschappen, je dagelijks routine, wat je in je vrijetijd doet en wat je leuk vindt.

 La rutina diaria:
Je gaat vertellen over je ochtend en wat je hierbij allemaal doet. Het kan ook zo zijn dat je gaat vertellen over wat je na school doet en wat je leuk vindt om in het weekend te doen.

En el restaurante:
Je gaat lekker eten bij ‘El restaurante La Paella’.
Of er gaat een heleboel mis bij je bestelling of de rekening klopt niet.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan:

  1. 1Doorlezen van de woordenschat en kijken naar alle situaties.
  2. . Per situatie:
  3.  Oefenen met de woordjes
  4. “chunks” (hulpwoorden) opschrijven voor als je het niet weet
  5.  Grammatica oefeningen maken + oefeningen in context
  6. Voorbeeldsituaties uitwerken
  7.  Oefenen met spreekvaardigheid

  8. Daarna ben je helemaal klaar voor het taaldorp

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HABLAR EN ESPAÑOL
¿QUÉ FRASES SON ÚTILES PARA HABLAR EN ESPAÑOL?

WELKE ZINNEN ZIJN NUTTIG OM IN HET SPAANS TE KUNNEN SPREKEN?


PIENSA Y ESCRIBE 3 FRASES
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PRACTICA EN QUIZLET
Schrijf in het boek 'Pueblo español' pg. 3 nog meer handige zinnen/ woorden die je nodig denkt te hebben voor spreekvaardigheid.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PRESENTARSE

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

TRABAJE EN TU LIBRO
Stappenplan:

1. Doorlezen van de woordenschat en kijken naar alle situaties.
2. Per situatie:
• Oefenen met de woordjes
• “chunks” (hulpwoorden) opschrijven voor als je het niet weet
• Grammatica oefeningen maken + oefeningen in context
• Voorbeeldsituaties uitwerken
• Oefenen met spreekvaardigheid
Daarna ben je helemaal klaar voor het taaldorp!

timer
10:00

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

¿TIEMPO EXTRA?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TAALDORP
  • Je krijgt voor je deelname aan het taaldorp een cijfer. 

  • Je moet alle drie situaties goed voorbereiden. 

  • Bij elke situatie zijn er een aantal gesprekjes bedacht die voor kunnen komen op het taaldorp. Jullie moeten ze wel allemaal kunnen voeren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEERDOELEN


JEZELF PRESENTEREN


SUCCESCRITERIA



Je weet wat je moet voorbereiden voor het Taaldorp en je bent begonnen met de voorbereiding.


Je kunt minstens 3 handige zinnen in het Spaans gebruiken tijdens een gesprek (bijvoorbeeld: iets vragen, hulp vragen, iets niet begrijpen).


Je hebt minimaal 5 zinnen geoefend om jezelf in het Spaans voor te stellen en persoonlijke informatie te geven (zoals naam, leeftijd, woonplaats, hobby’s).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions