4.1 een stroomkring maken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Stroom en batterijen

Vandaag

Planning en doelen bespreken.

Gesloten stroomkring.

Isolatoren en geleiders.

Elektrische spanning (U).

Stroomsterkte (I).

Zelfstandig werken. 

Leerdoelen

• Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen en beschrijven.
• Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.
• Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
• Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.

Wat voor soort stroomkring zie je hier?

1. Open stroomkring
2. Gesloten stroomkring

Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?

1. De stroomkring is gesloten
2. De stroomkring is rond
3. De stroomkring is open
4. Er is geen stroomkring

Staafbatterij 1,5 V (C-batterij) 

Penlite-batterij 1,5 V (AA-batterij)

Staafbatterij 1,5 V (C-batterij) 

Penlite-batterij 1,5 V (AA-batterij)

Elektriciteit

Veel apparaten werken op batterijen. 

Batterijen geven elektriciteit.

Je hebt vele verschillende batterijen.

platte batterij

3 batterijen in serie

totale spanning:

1,5+1,5+1,5=4,5 volt

Aan de slag

KGT

Wat? 

Lees blz. 140, 141, 142 en maak opgave 1 t/m 13 

Hulp? Boek, buur bureau

Tijd? 15 minuten. 

Klaar?

Nakijken!

BK

Wat? 

Maak 1 tot en met 12 van 4.1 en opgave 1 tot en met 5 van 4.3

Hulp? Boek, buur bureau

Tijd? 15 minuten.

Klaar?

Nakijken!

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

BK

Wat? Maak 1 tot en met 12 van 4.1 en                       Opgave 1 tot en met 5 van 4.3

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Test jezelf!

Doelen:

Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen en beschrijven.

Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.

Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.

Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.

KGT

Wat? Lees 4.1 en maak opgave 1 t/m 13 

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Test jezelf!

Leg uit wat een geleider doet in een stroomkring.

Zelfstandig werken

Wat?  Lees blz. 140, 141, 142  en maak opgave 1 t/m 13 

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen met je buur

Hulp? Boek, buur bureau

Tijd? 15 minuten. 

Uitkomst?

• Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen en beschrijven.
  
• Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.
  
• Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  
• Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.

Klaar? Nakijken 

Welke combinatie van grootheid en eenheid horen bij elkaar?

1. spanning en ampère
2. stroomsterkte en volt
3. spanning en volt
4. volt en ampère

1. Stroomsterkte
2. Spanning

1. Stroomsterkte
2. Spanning

De eenheid van stroomsterkte ....

1. Volt
2. Ampere

Elektrische spanning druk je uit in

1. Ampère
2. Ohm
3. Volt
4. Watt