Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Les 3 Enkele belangrijke ethische begrippen
Slide 1 - Diapositive
Actualiteit
3.15
21.27
Slide 2 - Diapositive
npo.nl
Slide 3 - Lien
Mag Trump, om zijn eigen land beter te maken, armere landen nog armer maken? Is dat menswaardig?
Slide 4 - Diapositive
Mag een christelijke organisatie een boekje over relaties en seksualiteit maken en uitbrengen, terwijl sommige informatie daarin niet klopt of wetenschappelijk onderbouwd is?
timer
5:00
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Ik ken de begrippen waarden en normen. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat hiermee wordt bedoeld en wat het verband is tussen beide begrippen.
Ik kan waarden en normen herkennen tekst- en beeldfragmenten. Ik kan hierop reflecteren.
Ik kan de waarden en normen herkennen in verschillende contexten, zoals familie, school, etc.
Slide 6 - Diapositive
Waarden en normen?
Normen: regels waar we ons aan houden. Hoe komen we aan die regels? Welke regels kennen we?
We willen dat mensen zich aan de regels houden. Waarom?
Wat als we geen verkeersregels hebben? Wat is dus het nut van regels?
Slide 7 - Diapositive
Waarden
Wat mensen belangrijk vinden.
Uit te drukken in 1 woord en eindigt vaak op -heid.
Slide 8 - Diapositive
www.normenenwaarden.org
Slide 9 - Lien
Beleefdheid
Netheid
Veiligheid
Stiptheid
Eerlijkheid
Je hangt je tas niet aan de stoel.
Je hangt de jas aan de kapstok.
Je laat een ander uitpraten.
Je kijkt niet af tijdens een toets.
Je bent op tijd in het klaslokaal.
Slide 10 - Question de remorquage
Discipline
Vrijheid
Hygiëne
Gezondheid
Respect
Je ruimt je eigen spullen op in huis.
Je spreekt je ouders met "u" aan.
Je eet niet iedere dag patat.
Je loopt niet op schoenen door huis.
Je bepaalt zelf wat je kijkt op tv.
Slide 11 - Question de remorquage
Beleefdheid
Eerlijkheid
Respect
Behulpzaamheid
Veiligheid
Je staat op voor oudere mensen.
Je steekt over bij een zebrapad.
Je helpt iemand die verdwaald is.
Je checkt in als je de bus instapt.
Je groet de caissière als je betaalt.
Slide 12 - Question de remorquage
Honden aan de lijn, mevrouw!
Wat ga je doen?
Bekijk de afbeelding op het volgende lesonderdeel.
Geef allereerst een feitelijke omschrijving van wat je ziet.
Wat op de afbeelding te maken heeft met normen en waarden.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Honden aan de lijn, mevrouw!
Voorbeelden:
Omdat ik veiligheid belangrijk vind, houd ik op straat mijn hond aan de lijn.
Omdat ik veiligheid belangrijk vind, fiets ik alleen op plaatsen waar dat is toegestaan.
Omdat ik gelijkheid belangrijk vind, houd ik mijzelf ook aan de regels, als ik iemand anders iets verwijt.
Slide 15 - Diapositive
In jullie klas heeft iemand een toets gestolen, waardoor een aantal kinderen een heel goed punt hebben. Jij weet wie het gedaan heeft. De docent geeft aan dat iedereen een 1 krijgt als de dader zich niet meldt of gemeld wordt. Wat doe je? Ga je vertellen wie de toets gestolen heeft?
Ja
Nee
Slide 16 - Sondage
Je loopt over straat en je ziet dat een wat oudere vrouw al haar boodschappen laat vallen. Ga je helpen?