b1 les 3 Yasmina

B1 les 3
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B1 les 3

Slide 1 - Diapositive



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 2 - Diapositive

Lesplan
1.  Huiswerk bespreken leestekst en oefening deze/die en lidwoorden
2. uitleg lidwoorden/ presentatie
3. Deze/die/dit/ dat
4. Grammatica vaste woordcombinaties + oefenen
5. oefeningen
6. woordenschat
7. Spreken
8. leestekst , https://nt2taalmenu.nl/nt2-b2-muziek-liedje-1-deburgerij-2/ 

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn lidwoorden?

Slide 4 - Diapositive

Schrijf het meervoud en het verkleinwoord van elk woord op. Let goed op welk lidwoord je moet gebruiken!
Voorbeeld: de stoel → de stoelen, het stoeltje

Woorden:
de plant - het huis - de boom - het boek - de tafel - het raam - de kat - het kind - de auto - het brood

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf de woorden met de juiste lidwoorden:
stoel - stoeltje - boeken - boekje - ramen - huisje - fiets - fietsen - kopje - bomen

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Lien

1.  Uitleg: deze – die – dit – dat
 1. De-woorden en het-woorden
de-woord → gebruik je met deze of die
het-woord → gebruik je met dit of dat

Slide 8 - Diapositive

2. Dichtbij of ver weg?

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld
De-woorden (bijvoorbeeld: de tafel, de man):
Deze tafel is mooi. (de tafel, dichtbij)
Die man is mijn buurman. (de man, ver weg)

Het-woorden (bijvoorbeeld: het boek, het huis):
Dit boek is spannend. (het boek, dichtbij)
Dat huis is groot. (het huis, ver weg)

Slide 10 - Diapositive

Vul in: deze, die, dit, of dat
  1. ___ hond is lief. (de hond, dichtbij)
  2. ___ meisje lacht. (het meisje, ver weg)
  3. ___ auto is van mijn moeder. (de auto, ver weg)
  4. ___ kind speelt buiten. (het kind, dichtbij)
  5. ___ jas past goed. (de jas, dichtbij)
  6. ___ boek is oud. (het boek, ver weg)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Dictee
Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn voordat je een belangrijke beslissing maakt.
De meeste mensen vinden het moeilijk om veranderingen in hun leven te accepteren.
We hebben een nieuwe strategie bedacht om de verkoop te verhogen.
Tijdens de vergadering bespraken we de voortgang van het project.
Het weer kan een grote invloed hebben op de sfeer van een evenement.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

PDF Klanken
- Weetwoorden

Slide 24 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat heb je geleerd?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 25 - Diapositive


Maak met de woorden hieronder steeds 3 zinnen:
1 een hoofdzin met één werkwoord (het scheidbare werkwoord);
2 een hoofdzin met twee werkwoorden, met het scheidbare werkwoord als infinitief 
(gebruik b.v. als persoonsvorm ‘gaan’);
3 een hoofdzin met het scheidbare werkwoord als perfectum.

Voorbeeld: we – eerst – de hele maaltijd – opeten – aan de keukentafel
1. We eten eerst de hele maaltijd op aan de keukentafel.
2. We gaan eerst de hele maaltijd aan de keukentafel opeten.
3. We hebben eerst de hele maaltijd aan de keukentafel opgegeten. 

1. ik-voortaan-de nieuwe woorden-opschrijven- in een speciaal woordenschrift
2. we-deze maand-veel geld-veel geld uitgeven- aan muziek en concerten

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Diapositive