NB 27 mei 2025 LC

• Aardrijkskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

 Dinsdag 27 mei 2025

Waar gaat deze les over?

Welke woorden kennen jullie al?

Wat gaat er niet goed?

Luisteroefening 1

1. Luister eerst naar de tekst.

2. Daarna krijgen jullie een werkblad.

3. Op het werkblad maken jullie oefening 1 zelfstandig.

4. 

Luisteroefening 2

www.bing.com

Oefening 3

Maak de vragen van oefening 3 op je werkblad.

Waar gaat deze les over?

Lesdoelen

Na deze les kun je

1. Tien woorden noemen die horen bij vrijetijdsbesteding: wat kun je allemaal doen in je vrije tijd? 

2. Je kunt vragen beantwoorden over een tekst over vrije tijd.

3. Je kunt een korte tekst schrijven over vrije tijd. 

Vrije tijd

Waar kennen jullie dit woord van?

Jullie doen allemaal iets op deze school wat met vrije tijd te maken heeft.

Vrije tijd

- Leuke dingen doen met familie en vrienden. Feest, verjaardagen, chillen.

- Dingen alleen doen of met anderen op een club:

Een boek lezen, in de tuin werken, muziek maken, schaken, kaarten, schilderen, breien, borduren of sporten:

Sporten: 

www.bing.com

www.bing.com

www.bing.com

Afrekenen

Als je klaar bent met boodschappen doen, dan ga je betalen bij de kassa.

Je kunt contant betalen. Dat is met euromunten en/of bankbiljetten ( = papiergeld).

Je kunt ook pinnen. Dat is betalen met je bankpas.

In sommige winkels kun je ook betalen met een creditcard.

Boodschappen doen

De vorige keer hebben we soorten winkels geoefend, waar je boodschappen kan doen.

Op de markt heb je verschillende marktkramen, zoals de groente- en fruitkraam, de viskraam enz.

In de winkelstraat of in een winkelcentrum heb je verschillende winkels, zoals een kledingwinkel, een viswinkel, een schoenenwinkel enz.

De bakkerij

Waar kun je nog meer dingen halen? 

Als je ziek bent?

Als je je huis schoon wil maken?

Als je een cadeau wil kopen voor een kind?

Als je iets wil repareren?

Andere winkels

In de huishoudwinkel koop je spullen om je huis schoon te maken.

In de apotheek kun je medicijnen halen. Met een recept van de huisarts.

In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.

In de ijzerhandel kun je gereedschap kopen.

Andere winkels 2

In de speelgoedwinkel kun je speelgoed kopen voor kinderen. 

In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.

In de ijzerhandel kun je schroeven kopen.

De ijzerhandel

                                Gereedschap:

Hamer

Schroeven

Spijkers

Gereedschap:

de hamer, de spijker, de schroevendraaier, de schroef, de tang

De apotheek

Medicijnen op recept van de huisarts of het ziekenhuis.

De drogist

Geneesmiddelen =

Medicijnen

Shampoo 

Bodylotion enz.

Kruidvat enz.

Medicijnen op recept/ zonder recept

De huishoudwinkel

De huishoudwinkel

In de huishoudwinkel koop je dingen om je huis schoon te maken:

- een stofzuiger                              

- een bezem

- een mop

 - een stofdoek

- stoffer en blik

De speelgoedwinkel

In de speelgoedwinkel kun je cadeaus kopen voor kinderen. Speelgoed zijn dingen waar kinderen mee kunnen spelen.

Een springtouw, kleurpotloden, een pop, een speelgoedauto, lego enz.

De speelgoedwinkel

Een springtouw, een pop, een speelgoedauto, kleurpotloden,

lego 

Volgende keer

Oefeningen afmaken + nakijken: andere winkels

Met landen verder.