Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom: denk aan de afspraken!
1. Jas op de kapstok
2. Petten af
3. Telefoon in de telefoontas
4. Kauwgom uit
5. Pak je spullen alvast
6. Tas van tafel
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Gedicht (5 minuten)
Uitleg zinsontleding (10 minuten)
Startopdracht zinsontleding (10 minuten)
Zelf aan de slag (25 minuten)
Tijdens het zelfstandig werken krijgen jullie per groepje je beoordeling voor de praktische opdracht terug.
Slide 2 - Diapositive
Klassikale uitleg: zinsdeelproef en persoonsvorm
Bij zinsontleding gaan we altijd direct op zoek naar alle onderdelen (pv, ond, lv, et cetera), maar het is heel belangrijk om de zinsdeelproef niet te vergeten en het stappenplan zinsontleding door te lopen.
Slide 3 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
De persoonsvorm is altijd een werkwoord in de zin.
Om de persoonsvorm te vinden hoef je de zin alleen maar van tijd te veranderen.
Slide 4 - Diapositive
Vergeet de vraagproef!
Dit heb je geleerd op de basisschool, maar daarbij zijn twee problemen.
In vraagzinnen zelf staat de persoonsvorm niet voor in de zin.
In samengestelde zinnen (met meerdere persoonsvormen), kunnen niet beide persoonsvormen voor in de zin komen.
Slide 5 - Diapositive
1. Vraagzinnen
Waarom ga jij niet meer naar gitaarles toe?
Wie heeft het laatste broodje uit de kantine opgegeten?
Wanneer begint de herfstvakantie?
Slide 6 - Diapositive
2. Samengestelde zinnen
Toen ik afgelopen weekend op de kermis was, begon het opeens heel hard te regenen.
Vitesse heeft dit weekend 0-0 gespeeld, maar NEC kwam ook niet verder dan 1-1.
Slide 7 - Diapositive
Dus: verander altijd de tijd in de zin!
Slide 8 - Diapositive
Van persoonsvorm naar zinsdeelproef
Persoonsvorm gevonden? Lekker bezig!
Zet daar meteen twee strepen omheen.
Alles voor de persoonsvorm is al één zinsdeel.
Slide 9 - Diapositive
Van persoonsvorm naar zinsdeelproef
Persoonsvorm gevonden? Lekker bezig!
Zet daar meteen twee strepen omheen.
Alles voor de persoonsvorm is al één zinsdeel.
Voorbeeldzin: Max Verstappen won afgelopen weekend het wereldkampioenschap Formule 1.
Slide 10 - Diapositive
Van persoonsvorm naar zinsdeelproef
Persoonsvorm gevonden? Lekker bezig!
Zet daar meteen twee strepen omheen.
Alles voor de persoonsvorm is al één zinsdeel.
Voorbeeldzin: Max Verstappen | won | afgelopen weekend het wereldkampioenschap Formule 1.
Slide 11 - Diapositive
Van persoonsvorm naar zinsdeelproef
Dit werkt ook met hele lange zinsdelen.
Voorbeeldzin: De 26-jarige voor Red Bull Racing rijdende Nederlandse Formule 1-coureur Max Verstappen | won | afgelopen weekend het wereldkampioenschap Formule 1.
Slide 12 - Diapositive
Van persoonsvorm naar zinsdeelproef
Alles wat je in zijn geheel voor de persoonsvorm kan zetten, is ook een zinsdeel.
Voorbeeldzin: Max Verstappen | won | afgelopen weekend | het wereldkampioenschap Formule 1.
Slide 13 - Diapositive
Startopdracht zinsontleding
Je krijgt zometeen een formulier.
Op dit formulier ga je bij elke zin eerst op zoek naar de persoonsvorm.
Vervolgens voer je de zinsdeelproef uit.
Tot slot benoem je alle zinsdelen die je over hebt.
Klaar? Bekijk je zinnen nog eens goed. Is je buurvrouw/buurman ook klaar? Kijk samen naar jullie zinnen en kijk of deze overeen komen. Zo nee, overleg met elkaar waarom je een keuze hebt gemaakt.
Slide 14 - Diapositive
Even opwarmen
We maken met de klas een
startopdracht over zinsontleding.
Slide 15 - Diapositive
Startopdracht zinsontleding
Je krijgt zometeen een formulier.
Op dit formulier ga je bij elke zin eerst op zoek naar de persoonsvorm.
Vervolgens voer je de zinsdeelproef uit.
Tot slot benoem je alle zinsdelen die je over hebt.
Klaar? Bekijk je zinnen nog eens goed. Is je buurvrouw/buurman ook klaar? Kijk samen naar jullie zinnen en kijk of deze overeen komen. Zo nee, overleg met elkaar waarom je een keuze hebt gemaakt.
Slide 16 - Diapositive
ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Volg de leerroute van cursus 5 §1 persoonsvorm en zinsdelen.
Hoe:
Online. De eerste 10 minuten werken we in stilte.
Hulp:
Steek je vinger op en dan kom ik helpen.
Tijd:
20 minuten. Eerste 10 in stilte.
Klaar:
Kom naar mijn bureau om te kijken wat je dan kan doen. Let op: volgende les boek mee!