Chapitre 6 G + H

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Vertaal 'naar links'
A
à côté de
B
à droite
C
tout droite
D
à gauche

Slide 2 - Quiz

Vertaal 'de apotheek'

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal 'trouver'
A
blijven
B
winnen
C
vinden
D
wachten

Slide 4 - Quiz

Vertaal 'le quartier'

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal 'C'est tout droit'

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal 'entre'
A
op enter drukken
B
tussen
C
binnengaan
D
tegen

Slide 7 - Quiz

Vertaal 'de bestemming'

Slide 8 - Question ouverte

le verbe 'prendre' (grammaire G)
Je leert, een onregelmatig werkwoord.
Deze moet je kennen in de présent (tegenwoordige tijd) en de passé composé (voltooide tijd). 
Prendre = nemen, pakken

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Vul in: Je
A
Prend
B
Prends
C
Prenons
D
Prenez

Slide 11 - Quiz

Nous..
A
Prends
B
Prendons
C
Prenons
D
Prennent

Slide 12 - Quiz

Ils..
A
Prendrent
B
Prendront
C
Prendent
D
Prennent

Slide 13 - Quiz

Vous..
A
Prendez
B
Prenez
C
Prends
D
Prend

Slide 14 - Quiz

Maak de zin af:
Je.... un petit- déjeuner.

Slide 15 - Question ouverte

Nous.... le bus

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal: Tu prends
A
Ik neem
B
Zij neemt
C
Jij neemt
D
Hij neemt

Slide 17 - Quiz

Vertaal: "Elles prennent"
A
Zij neemt
B
Zij nemen
C
Hij neemt
D
Wij nemen

Slide 18 - Quiz

Comprendre & apprendre
Je hebt nu het werkwoord 'prendre' geleerd. Er zijn 2 werkwoorden die PRECIES op dezelfde manier worden vervoegd.
Er komt alleen iets vóór 'prendre'.
Comprendre: begrijpen.
Apprendre: leren.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

(apprendre, présent) ils...
A
apprennent
B
ont appris
C
a appris
D
prennent

Slide 21 - Quiz

(apprendre, présent) Elle...
A
apprends
B
apprend
C
prend
D
comprend

Slide 22 - Quiz

Ik begrijp hoe ik de werkwoorden 'prendre, apprendre, comprendre' kan vervoegen in de 'présent'.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Au travail!
Exercices:
30A, B, C, D
31A

Fini? Start alvast met leren voor de toets!

Slide 24 - Diapositive