samenvatting: kww, hww, zww, telwoorden, voegwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

samenvatting woordsoorten

a.s vrijdag s.o grammatica woordsoorten HF 1 t/m 5

hier volgt uitleg van HF 3 t/m 5

inleiding

• werkwoorden (3 soorten)
•  afspraken bij werkwoorden
• telwoorden
• voegwoorden
• aan de slag

werkwoorden:

1. zelfstandige werkwoorden (zww)
2. koppel werkwoorden (kww)
3. hulp werkwoorden (hww) 

ww: zelfstandige werkwoorden

zww: Belangrijkste ww in een zin. Meestal werkwoorden die echt over een handeling gaan. 

voorbeelden: lopen, denken, praten, bouwen, slapen etc, etc

een zww staat (als hij in de zin staat) nooit meer dan 1 keer in een zin

ww: koppel werkwoorden

kww: het zijn er 6!

1. zijn 
2. worden
3. blijven
4. blijken
5. lijken
6. schijnen

dus alleen kijken of er een van deze in de zin staat, zo niet? -> geen kww

ww: hulp werkwoorden

hww: Wanneer er meer werkwoorden in een zin staan zijn alle andere werkwoorden naast het zww of het kww een hww.

voorbeelden: 

Greet heeft haar blonde haren geverfd

afspraken bij werkwoorden:

1. In een zin zit of een kww of een zww, nooit allebei.
   
2.  Zitten er naast een kww/zww nog meer werkwoorden in een zin? Dan staat het kww/zww meestal achteraan in de zin.
3. Staan er meerdere werkwoorden in een zin? Dan is de PV altijd een hww.

telwoorden

telwoorden geven een hoeveelheid aan, er zijn 4 soorten:

1. bepaald hoofdtelwoord: geeft een precieze hoeveelheid aan
2. onbepaald hoofdtelwoord: geeft een onduidelijke hoeveelheid aan
3. bepaald rangtelwoord: geeft een precieze plaats in een rij aan
4. onbepaald rangtelwoord: geeft een onduidelijke plaats in een rij aan

voegwoorden

Woord die twee woorden, woordgroepen of zinnen aan elkaar verbindt.

voorbeelden:

1. Pizza en pasta
   
2. Het nieuwe waterpretpark of die oude kermis
   
3. Emmy spaart voor een fiets, want ze wil in de zomer op fietsvakantie.

aan het werk:

Je kunt een hoop werk maken om dit te oefenen. Maak in elk geval:

• H3, zww, kww en hww  Opdracht 1 t/m 5
  
• H4: telwoord Opdracht 1 t/m 4
• H5: voegwoord.  Maak online alleen: opdracht 1,2, 4 onderdeel 1 en opdracht 5. maak uit het boek alleen: 1, 2 en 5
• Klaar of online problemen? Werkblad!