Verwerkingsopdracht experiment Elasticiteit verbeterd

Verwerking experiment elasticiteit

Je heb in de vorige opdracht in diverse situaties keuzes kunnen maken, net als jouw klasgenoten. 
Jouw docent heeft al die keuzes verwerkt.
Aan de hand daarvan ga je ontdekken dat niet alleen de prijs van invloed is op de vraag.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verwerking experiment elasticiteit

Je heb in de vorige opdracht in diverse situaties keuzes kunnen maken, net als jouw klasgenoten. 
Jouw docent heeft al die keuzes verwerkt.
Aan de hand daarvan ga je ontdekken dat niet alleen de prijs van invloed is op de vraag.

Slide 1 - Diapositive

Uitgangssituatie
Reischeque

Je ontvangt een reischeque t.w.v. € 3.000, welke je graag wilt verzilveren. Deze reischeque kan je uitsluitend gebruiken voor een reis naar de Verenigde Staten voor 7 dagen. Het gaat dan om de kosten voor vervoer (vliegtuig, boot, taxi, verhuur auto, metro etc.), hotel/hostel, eten & drinken, en activiteiten. KLM is de enige luchtvaartmaatschappij die deze reischeque accepteert. 
Je betaalt bij de KLM € 750,- voor een vliegticket.

Slide 2 - Diapositive

Situatie 1
Prijs KLM ticket : €1500,-
Gevraagde hoeveelheid (q): 20

Slide 3 - Diapositive

Wat gebeurt er met de totale vraag naar KLM-vliegtickets nadat de prijs van een KLM-vliegticket is gestegen naar € 1.500 in vergelijking met de uitgangssituatie (situatie 1)?

Slide 4 - Question ouverte

Situatie 2
Prijs KLM ticket: € 750,-
Gevraagde hoeveelheid (q): 23

Slide 5 - Diapositive

Welke verband zie je tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid?

Slide 6 - Question ouverte

KLM ticket
Situatie 1
Situatie 2
Situatie 3
Prijs p
750
1500
750
Gevraagde hoeveelheid q
30
20
23

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurt er met de totale vraag naar vliegtickets van KLM in situatie 3 in vergelijking met situatie 2?

Slide 8 - Question ouverte

Welke verband zie je tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid in situatie 3 in vergelijking met situatie 2?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe kan het dat de gevraagde hoeveelheid in situatie 3 lager is dan in situatie 1, terwijl de prijzen van een KLM-vliegticket gelijk zijn?

Slide 10 - Question ouverte

Situatie 4
Je hebt je keuze gemaakt, maar een dag later hoor je van je docent dat een vliegticket van Aer Lingus met €100,- is gestegen naar €700,-.


Slide 11 - Diapositive

KLM ticket
Situatie 3
Situatie 4
Prijs p
750
750
Gevraagde hoeveelheid q
12
18

Slide 12 - Diapositive

Wat gebeurt er met de totale vraag naar vliegtickets KLM in vergelijking met situatie 3?

Slide 13 - Question ouverte

Welk verband zie je tussen de prijs van Aer Lingus en de gevraagde hoeveelheid van KLM in vergelijking met situatie 3?

Slide 14 - Question ouverte

Pandemie!
Eenmaal aangekomen in New York sluit de Amerikaanse overheid de grenzen, omdat er een virus is uitgebroken. Het hele maatschappelijke leven in de VS komt tot stilstand, waaronder het toerisme. Je wilt niets liever dan terugkeren naar Nederland.

Het grote probleem is dat ook het vliegverkeer helemaal stil ligt. Gelukkig probeert de Nederlandse overheid in samenwerking met de KLM wat voor je te regelen. Dat kost je alleen wel € 1.500. Je mag het tegoed van je reischeque daarvoor gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

KLM ticket
Situatie 2
Situatie 5
Prijs p
1500
1500
Gevraagde hoeveelheid q
25
20

Slide 16 - Diapositive

Verklaar het verschil in de gevraagde hoeveelheid tussen situatie 2 en situatie 5, terwijl de prijs hetzelfde is.

Slide 17 - Question ouverte

Bootreis?

Nu je maar wat rondhangt op de Airport in New York, kom je in contact met een groep Nederlanders die een terugreis per boot hebben geregeld voor een prijs van € 200,-. Het enige probleem is dat de reis dan 14 dagen duurt.
Ben je bereid om € 200,- te betalen voor een reis van 14 dagen per boot in plaats van € 1.500,- met het vliegtuig?

Slide 18 - Diapositive

KLM ticket
Situatie 5
Situatie 6
Prijs p
1500
1500
Gevraagde hoeveelheid q
20
15

Slide 19 - Diapositive

Hoe kan het dat de gevraagde hoeveelheid in situatie 6 lager is dan in situatie 5, terwijl de prijzen van een KLM-vliegticket gelijk zijn?

Slide 20 - Question ouverte

Extra bijdrage van je  ouders
Je krijgt een telefoontje van je ouders.
 Ze hebben zojuist €1.000,- overgemaakt.
Je hebt nu een extra bedrag te besteden, bovenop de nog beschikbare waarde van je reischeque.

Slide 21 - Diapositive

KLM ticket
Situatie 6
Situatie 7
Prijs p
1500 
1500
Gevraagde hoeveelheid q
15
20

Slide 22 - Diapositive

Wat gebeurt er, nadat het inkomen is gestegen met € 1.000, met de totale vraag naar KLM-vliegtickets in situatie 7 in vergelijking met situatie 6?

Slide 23 - Question ouverte

Welke verband zie je tussen het inkomen en de gevraagde hoeveelheid?

Slide 24 - Question ouverte

Welk verband zie je tussen het inkomen en de gevraagde hoeveelheid naar een terugreis per boot?

Slide 25 - Question ouverte

Algemene conclusie:
De vraag naar producten in afhankelijk van de prijs maar ook van ...

Slide 26 - Question ouverte