4F. Woordenschat

4F. Woordenschat
2HV
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

4F. Woordenschat
2HV

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de betekenissen van de woorden uit
      H.4 Zeggingskracht
  • Je kunt met de woorden zinnen maken waaruit de betekenis duidelijk blijkt.

Slide 2 - Diapositive

Beantwoord de vragen op de volgende dia's

Slide 3 - Diapositive

Wat is de betekenis van gewest?
A
deel van de wereld
B
het westen
C
gedeelte van het land
D
regio

Slide 4 - Quiz

Wat is een sjoemelaar?
A
iemand die graag sjoelt
B
iemand die een ander bedreigt
C
fraudeur, bedrieger
D
iemand die iets steelt

Slide 5 - Quiz

Bestudeer de woordenlijst
(10 min.)

Slide 6 - Diapositive

Wat is de betekenis van:

raadplegen
A
beraden
B
advies geven
C
beraadslagen
D
advies vragen

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van:

de articulatie
A
duidelijke uitspraak
B
iets kunstzinnigs
C
het betoog
D
bereidheid

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van:

recent
A
recensie
B
kortgeleden
C
betogend
D
binnenkort

Slide 9 - Quiz

Wat betekent:

weerstand bieden aan

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent:

innig

Slide 11 - Question ouverte

Bedenk zelf een zin met het woord 'optimistisch' erin. De betekenis mag er niet letterlijk in staan, maar moet wel duidelijk blijken.
(Je mag het woord vervoegen.)

Slide 12 - Question ouverte

Bedenk zelf een zin met het woord 'welzijn' erin. De betekenis mag er niet letterlijk in staan, maar moet wel duidelijk blijken.
(Je mag het woord vervoegen.)

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk zelf een zin met de woorden 'te vondeling leggen' erin. De betekenis mag er niet letterlijk in staan, maar moet wel duidelijk blijken.
(Je mag de uitdrukking vervoegen.)

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord pas er in de zin:

Haar ouders tonen altijd veel ... , want ze zijn er bij elke wedstrijd.
A
tolerantie
B
nonchalance
C
betrokkenheid
D
logica

Slide 15 - Quiz

Welk woord pas er in de zin:

De ... van het boek heeft echt z'n best gedaan; overal staan afbeeldingen die passen bij de tekst.
A
animator
B
sjoemelaar
C
illustrator
D
richtlijn

Slide 16 - Quiz

Wat vind je nog lastig?
A
het onthouden van de betekenissen
B
A en C
C
zelf nieuwe zinnen bedenken waaruit de betekenis duidelijk blijkt
D
niks, het lukt wel

Slide 17 - Quiz

Welk cijfer geef je jezelf nu in het beheersen van deze woordenlijst?

Slide 18 - Question ouverte