past simple form HSX J4

The past simple
Oftewel: De verleden tijd.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

The past simple
Oftewel: De verleden tijd.

Slide 1 - Diapositive

lesson goals
Understanding the past simple
Using the past simple

Slide 2 - Diapositive

Hoe zet je een WW in de verleden tijd? 1/4
Je zet -ed achter het werkwoord.
VB: Worked, helped, cooked

Als het woord al eindigt op een (stomme) e, dan zet je  alleen een -d achter het werkwoord.
VB: Loved, believed

Slide 3 - Diapositive

Hoe zet je een WW in de verleden tijd? 2/4
Als het werkwoord eindigt op een medeklinker, gevolgd door een y, dan verandert de y in een i. Vervolgens zet je er -ed achter.
VB: worry-worried, party-partied.

Als er een klinker voor de y staat, zet je er gewoon -ed achter.
VB: play-played, stay-stayed

Slide 4 - Diapositive

Hoe zet je een WW in de verleden tijd? 3/4
Als het woord eindigt op 1 klinker, gevolgd door 1 medeklinker en de klemtoon ligt op de laatste lettergreep, dan verdubbel je de laatste medeklinker. (vaak bij korte woorden)

VB: plan-Planned, hop-hopped, stop-stopped.

Slide 5 - Diapositive

Hoe zet je een WW in de verleden tijd? 4/4
Tenslotte zijn er nog de onregelmatige werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die zich niet aan vaste regels houden maar een eigen verleden tijdsvorm hebben. De enige manier om hiervan te weten hoe je ze in de verleden tijd schrijft is door ze uit je hoofd te leren. Helaas zijn het vaak werkwoorden die je veel gebruikt.
VB: did, ran, wrote, could, was, had, enz.

Slide 6 - Diapositive

Dus..
  1. -ed achter het werkwoord.
  2. Als er al een 'e' staat, alleen een 'd' plakken.
  3. Bij een medeklinker +Y -ied.
  4. Bij 1 klinker, gevolgd door 1 medeklinker en de klemtoon. erop, verdubbeling van de medeklinker.
  5. Het is een onregelmatig werkwoord, dus je moet de verleden tijdsvorm uit je hoofd kennen.

Slide 7 - Diapositive

Even oefenen
Nu komen er een aantal vragen. Weet je wat het goede antwoord is en welke regel je toe moet passen?

Slide 8 - Diapositive

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
allow
A
allow
B
allowd
C
allowed

Slide 9 - Quiz

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
copy
A
copy
B
copyd
C
copyed
D
copied

Slide 10 - Quiz

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
stay
A
stay
B
stayd
C
stayed
D
staied

Slide 11 - Quiz

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
rub
A
rub
B
rubd
C
rubed
D
rubbed

Slide 12 - Quiz

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
label
A
label
B
labeld
C
labeled
D
labelled

Slide 13 - Quiz

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
introduce
A
introduce
B
introduced
C
introduceed

Slide 14 - Quiz

EINDE VRAGEN

Slide 15 - Diapositive

the lesson goals were
Understanding the past simple
Using the past simple

Did we reach our goals?

Slide 16 - Diapositive

EINDE

Slide 17 - Diapositive