Lowan thema 4 Eten en drinken dag 1
1 / 45
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
A
het fruit
B
het frout
C
het vruit
D
de appel
Slide 15 - Quiz
A
de toomaat
B
de groente
C
de appel
D
de tomaat
Slide 16 - Quiz
A
de komkomer
B
de komenkomer
C
de komkommer
D
de kwamkwammer
Slide 17 - Quiz
A
de wortel
B
de wortul
C
de woortul
D
het wortel
Slide 18 - Quiz
A
de sla
B
de slaa
C
de salat
D
het sla
Slide 19 - Quiz
A
de prie
B
de prij
C
de prei
D
het prei
Slide 20 - Quiz
A
de iu
B
de eu
C
de ui
D
het ui
Slide 21 - Quiz
A
de groonte
B
de greonte
C
het groente
D
de groente
Slide 22 - Quiz
A
de druiven
B
de driuven
C
de drouven
D
het dreuven
Slide 23 - Quiz
A
de pier
B
de peer
C
het peer
D
de peur
Slide 24 - Quiz
A
de sinasapel
B
de sinasappel
C
de sinaasappel
D
het sinaasappel
Slide 25 - Quiz
Groente
Fruit
Slide 26 - Question de remorquage
de sla
de prei
de sinaasappel
de banaan
de druiven
de peer
de groente
Slide 27 - Question de remorquage
de groente
de druiven
de wortel
de banaan
de prei
de ui
de komkommer
het fruit
de peer
de appel
Slide 28 - Question de remorquage
de sin..s.pp.l
timer
0:30
Slide 29 - Question ouverte
de p..r
timer
0:30
Slide 30 - Question ouverte
de dr..ven
timer
0:30
Slide 31 - Question ouverte
de gr..nte
timer
0:30
Slide 32 - Question ouverte
de ui
timer
0:30
Slide 33 - Question ouverte
de pr..
timer
0:30
Slide 34 - Question ouverte
de sl.
timer
0:30
Slide 35 - Question ouverte
de k.mk.mm.r
timer
0:30
Slide 36 - Question ouverte
het fr..t
timer
0:30
Slide 37 - Question ouverte
de t.m..t
timer
0:30
Slide 38 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 39 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 40 - Question ouverte
Wat hoor je?
Slide 41 - Question ouverte
Maak een zin met:
Het fruit
Het fruit
Slide 42 - Question ouverte
Maak een zin met:
De appel
De appel
Slide 43 - Question ouverte
Maak een zin met:
De banaan
De banaan
