Revisie (na meivakantie)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 5: Révision

Le programme

- Le teste

- Les objectifs d'apprentissage

- La grammaire

- Les mots

Les objectifs d'apprentissage

Aan het eind van deze les :

- Begrijp je de passé composé

- Begrijp je het bijvoeglijk naamwoord

Tu as passé des bonnes vacances?

Le teste

- Wat is er gebeurd? 

- Hoe gaan we dit oplossen?

La grammaire

1. Passé composé

2. Bijvoeglijk voornaamwoord

1. Le passé composé

1. Kies persoonlijk voornaamwoord

2. Kies de juiste vervoeging van 'avoir' 

3. Hele werkwoord - er + é

COMBINEZ:

Avoir: il,elle,on

Avoir: nous

Avoir: vous

Avoir: ils,elles

Avoir: tu

Avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

Passé composé

Manger	j'ai
Parler	tu as
Danser	il a
Jouer	on a
Aimer	nous avons

mangé

parlé

Dansé

joué

aimé

2. Bijvoeglijk voornaamwoord

Hoe werkte dit ook alweer?

--> Maak 'Le bilan' en leer de woorden